Kerk & religie

Een sjoel vol leed en dubbel onbehagen

J. van ’t Hul
18 April 2003 08:34Gewijzigd op 14 November 2020 00:16
MEERSSEN - De synagoge in het Limburgse Meerssen werd in 1989 een memorial, een gedenkplaats, voor de vernietiging van 6 miljoen Joden. Gelijktijdig werd het voormalige Joodse gebedshuis omgevormd tot stiltecentrum. - Foto RD, Henk Visscher
MEERSSEN - De synagoge in het Limburgse Meerssen werd in 1989 een memorial, een gedenkplaats, voor de vernietiging van 6 miljoen Joden. Gelijktijdig werd het voormalige Joodse gebedshuis omgevormd tot stiltecentrum. - Foto RD, Henk Visscher

MEERSSEN - Mooi verbreekt een vleugel de stilte. Het Israëlische volkslied weerklinkt. Dan ”Jerushalaïm”, ode aan de stad van koning David. Aan de wand van de synagoge te Meerssen hangt de geborduurde tekst: „Er zullen altijd Joden zijn, zolang ze het zich herinneren, er bestaat geen grotere zonde, dan het vergeten.”Vergeten mag niet meer. In de stilte van de synagoge keert het verleden weer. Auschwitz. De kampen. De holocaust. Gaskamers. Dichtgesoldeerde treinwagons. Op een tafeltje liggen briefjes uit de kampen, en vooral veel foto’s: van bange mensen, van angstige kindertjes, van prikkeldraad, van een hemel in vlammen.

De synagoge in het Limburgse Meerssen werd in 1989 een memorial, een gedenkplaats, voor de vernietiging van 6 miljoen Joden. Gelijktijdig werd het voormalige Joodse gebedshuis omgevormd tot stiltecentrum.

Waarom in deze postmoderne tijd zoveel aandacht voor stilte? J. L. G. Bruls, gastheer van de synagoge, weet het antwoord: „Mensen háken naar stilte omdat iets anders is gaan ontbreken. De waarheid ontbreekt. De vastheid van de opvoeding van vroeger, of je dat nu Joods noemt, protestants of rooms, die is weg. Het geloof heeft averij opgelopen. Dat maakt mensen onzeker. Dat maakt ze zoekend naar stilte, om in de stilte zachtjes gevoerd te kunnen worden aan zeer stille wateren. Zoiets moet het ongeveer zijn, denk ik.”

De Joodse synagoge in Meerssen dateert uit 1851. Tot 1942 deed zij dienst als Joods gebedshuis. Van de 122 vaste bezoekers van de wekelijkse sabbat werden er 118 weggevoerd. Ze kwamen nooit meer terug. De overige vier wisten te ontsnappen. De namen van alle slachtoffers zijn te lezen op twaalf bronzen platen (verwijzend naar de twaalf stammen van Israël) op de deuren van de hoofdingang.

Toen stond de sjoel leeg. In 1971 brandde de synagoge door onopgehelderde oorzaak af, maar eind jaren tachtig werd zij weer in de oude staat opgebouwd. De synagoge wordt nu ook gebruikt door de stichting Leerhuis Limburg, die hier Joodse thema’s bestudeert.

Er staan nog enkele oude donkerbruine banken uit vooroorlogse jaren. Verder veel oranje stoelen. Aan de muur hangt een gebed voor het Koninklijke Huis uit 1851, links een Nederlandse versie, rechts een Hebreeuwse. Er zijn een gele Jodenster, een menora op een sokkel, een Jesajarol en een echte sjofar (ramshoorn). Op een lessenaar ligt een tailliet (gebedsdoek). De aandacht in deze synagoge richt zich grotendeels op twee thema’s: de synagogebrand in 1971 en de holocaust uit de jaren veertig.

De stem van Bruls maakt steeds gaten in de stilte: „Als mensen hier komen, denk ik: Mens, je bent goed bezig.”

Nergens ligt een opengeslagen thora. „Dat mag ook niet, een thora die open en bloot ligt. Tenzij er dienst is.” De thora staat eerbiedig achter een gordijn, symbool voor de ”heilige arke”. Bruls, zelf rooms-katholiek maar overigens zeer verdraagzaam, spelt zich eerst een keppeltje op. „Voor de Heilige hierboven. Wij zijn maar kleine mensen.”

Gedenken kan ook prima zonder godsdienst, vindt Bruls. „Sommige mensen komen hier alleen maar om stil, religieus, te zitten. Dit is een plaats waar mensen kennis kunnen nemen van de oorsprong van het christendom; dat is altijd nog de Joodse traditie. Er was ooit iemand die zo onder de indruk was van deze sjoel dat hij per se hier begraven wilde worden. Maar dat mag helemaal niet! In een synagoge mág geen dood lichaam komen.”

In het gastenboek gaven bezoekers lucht aan hun gedachten: „Wat een rijkdom, wat zijn we rijk.” „Bedankt voor alles.” „Vrede voor alle volkeren.” „Sjaloom.”

Op sommige plaatsen in deze wereld lijkt de tijd stil te zijn blijven staan. Zoals hier in de sjoel. Bijna beklemmend is de stilte. Hier valt niets meer weg te rationaliseren. We zijn het verleerd om mensen van de stilte, van de vrede, te zijn. Gretig legt men het oor te luisteren bij duizenden zinloze woorden die rondfladderen. Weinig wordt er geluisterd naar het Woord van God.

Mensen die hier stil gaan zitten, lijden allemaal aan een dubbel onbehagen. Men lijdt aan al het leed van deze wereld. En aan het feit dat ze er niets aan kunnen doen.

Luisteren naar Zijn stem en stil zijn, dat zijn toch de basisbegrippen van het geloof. Augustinus wist het al: het valt moeilijk om in een menigte Jezus te vinden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer