Zorg over christenen Irak na vertrek VS
BAGDAD – De kleinere geloofsgemeenschappen in Irak, zoals de christenen, hebben weinig vertrouwen in de Iraakse regering, nu de Amerikaanse troepen zich uit het land terugtrekken.
Dat schrijft de anglicaanse voorganger dr. Andrew White in The Washington Post van gisteren. „De Amerikanen konden wij tenminste vertrouwen, maar de Irakezen niet”, reageren de meeste christenen. De situatie onder Joodse Irakezen zou nog slechter zijn.
De positie van christenen in Irak wordt er niet beter op nu de Amerikaanse strijdtroepen zich definitief terugtrekken uit het land, zo stelde ook het christelijke mediamagazine Pro vorige week op grond van uitspraken van deskundigen.
Het hoofd van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR in Jordanië, Imran Riza, uitte twee weken geleden in de Duitse krant Der Tagesspiegel zijn zorg over de „systematische” aanvallen op christenen. Riza stelde dat nieuwe Iraakse regering er voor alle bevolkingsgroepen inclusief de christenen moet zijn.
Het Vaticaan meldde via zijn radiozender dat christenen uit angst voor vervolging uit Irak vertrekken. Het baseerde zich op uitlatingen van de Iraakse ambassadeur bij de Heilige Stoel.
De regering in Bagdad probeert vluchtelingen te bewegen terug te keren door land en geld aan te bieden. Iedere teruggekeerde christen kan op een baan, een bouwkavel en 1,5 miljoen dinar (ongeveer 1000 euro) rekenen.
De christenvervolging in Irak behoort nog altijd tot de heftigste ter wereld, zo stelde de Oostenrijkse journalist en islamkenner Paul Schulmeister twee weken geleden in het Oostenrijkse dagblad Die Presse. „Soennitische terreurgroepen plegen gerichte aanvallen. Bisschoppen en priesters worden vermoord en families raken ontheemd. In 1987 woonden nog 1,4 miljoen christenen in het Tweestromenland, nu minder dan 400.000. Er is een sluipende genocide gaande, en niemand kan die stoppen.”