Electronicafabrikant Apple heeft met de introductie van de iPad eerder dit jaar weten te bereiken wat zijn voorgangers niet lukte.

De tabletcomputer slaat aan. Fabrikanten gaan ervan uit dat de consument het apparaat dat qua grootte tussen een smartphone en een netbook in ligt, massaal gaat omarmen. De iPad ging in het tweede kwartaal van dit jaar ruim 3,2 miljoen keer over de toonbank. Daarmee heeft Apple in 2010 een aandeel van zo’n 75 procent op de tabletmarkt, aldus onderzoeksbureau iSuppli. Volgend jaar gaat daar naar verwaching circa 5 procent van af.

De toekomst van de tablet ziet er ook goed uit. Uit onderzoek van onderzoeksbureau Forester Research blijkt dat 14 procent van de Amerikanen van plan is binnen een jaar een tablet te kopen. 13 procent van de consumenten in de Verenigde Staten heeft het voornemen een laptop aan te schaffen, 11 procent kiest voor een ebook en 8 procent prefereert een mini-laptop. Mochten de Amerikanen de tablet daadwerkelijk zo vaak gaan kopen, dan zijn er eind 2011 naar verwachting 43 miljoen exemplaren in omloop.

Bijna alle bekende namen in de computer- en mobieltjeswereld, hebben een concurrent van de iPad aangekondigd. Een aantal bedrijven grijpt de IFA-beurs aan voor hun lancering. Samsung toont voor het eerst de zogenoemde Galaxy Tab, met een scherm van ongeveer 18 centimeter.

Ook Toshiba komt op de IFA met een iPad-kloon: de SmartPad. Verder lanceert het Chinese Rockchip naar verwachting de Supernova X1, een tablet met een 3D-scherm. De meeste concurrende apparaten werken op Android, het besturingssysteem van Google.

„De meest verkochte tabletcomputers zullen uiteindelijk niet van Apple zijn”, verwacht gadgetliefhebber en trendwatcher Vincent Everts. Apple zelf is zoals altijd afwezig bij het evenement. De electronicafabrikant belegt op eigen houtje bijeenkomsten om nieuwe producten te presenteren.

Waren vorig jaar op de beurs nog de eerste modellen van 3D-televisies te zien, dit jaar zal het aanbod veel groter zijn. Toshiba is de eerste fabrikant die in de aanloop naar de IFA een driedimensionale televisie heeft aangekondigd waarvoor geen speciaal brilletje nodig is. Daarnaast halen fabrikanten ook andere 3D-apparaten van stal, zoals een draagbare 3D-televisie, een 3D-fotocamera en een 3D-fotolijstje.

Everts verheugt zich nog het meest op de mogelijkheden op de scheidslijn tussen televisie en internet. „Internet op de tv bestaat al wel even, maar het is interessant dat nu de helft van de televisies internet heeft en er steeds meer toepassingen zijn. Je kan zo vanuit huis gewoon zappen van Nederland 1 naar YouTube.”

In Berlijn zullen bijvoorbeeld tv’s te zien zijn met een ingebouwde webcam en telefoon. Skypen kan in de toekomst ook via de tv. Ook andere sociale mediatoepassingen betreden de televisie. „Ik ben benieuwd waar consumenten voor gaan kiezen. Gaan ze internetten op de televisie of toch liever op de bank met een tabletcomputer op schoot”, zegt Everts.