Op 16 september komt de generale synode van de Protestantse Kerk in een extra vergadering bijeen om te beslissen over een herziening van de Protestantse Kerkorde (PKO). Een evaluatiecommissie heeft de generale synode in november 2009 een groot aantal voorstellen gedaan voor veranderingen in de kerkorde. Het generale college voor de kerkorde legt nu een voorstel voor aan de synode.

In het nieuwe voorstel zal de generale synode bestaan uit 75 afgevaardigden van de 75 protestantse classes. De andere afgevaardigden zijn vijf afgevaardigden van de evangelisch-lutherse synode, twee van de Evangelisch-altreformierte Kirche in Nedersaksen, een van de Bond van Vrije Evangelische Gemeenten en een van de Gereja Kristen Indonesia Nederland.

De zittingstermijn van de leden van de generale synode moet verlengd worden, aldus het voorstel van het college, van vier naar vijf jaar. Veel synodeleden vroegen in november vorig jaar om de mogelijkheid om synodeleden twee periodes van vier jaar lid van de synode te laten zijn. Het lijkt het college echter beter om de zittingstermijn voor synodeleden vast te stellen op vijf jaar. „Er is geen kerkordelijke bepaling die verhindert dat iemand tweemaal achtereen door de classicale vergadering naar de generale synode wordt afgevaardigd”, aldus het college. Dit opent de mogelijkheid dat de classes moeilijk vervangbare synodeleden twee perioden van vijf jaar naar de synode afvaardigen. Het college stelt wel de voorwaarde dat elk jaar een vijfde van het aantal synodeleden aftreedt.

In het voorstel dat nu aan de synode wordt voorgelegd, wordt het aantal leden van de kleine synode, die nu dertig leden telt, gesteld op twintig leden. Het college vindt het verstandig de onderlinge verhouding van de ambten van de leden van de kleine synode niet exact aan te geven. Wel worden minimumaantallen genoemd voor elke ambtsgroep. Zo wordt het mogelijk dat de generale synode ten aanzien van vier zetels „naar bevind van zaken handelt.”

Voorgesteld wordt ook om het aantal moderamenleden officieel te handhaven op vijf. In de beginjaren van de Protestantse Kerk is besloten het moderamen, in het kader van de overgangsbepalingen, uit te breiden tot zeven leden. Door deze overgangsbepaling niet te verlengen, „komt het getal automatisch op vijf en dat lijkt een werkbare omvang voor dit moderamen”, aldus het college. Om continuïteit in het synodebestuur te waarborgen, stelt het college ook voor om de zittingstermijn voor de moderamenleden te verruimen. Zo kan de scriba, die voor vier jaar wordt benoemd uit de predikanten van de kerk, twee keer worden herbenoemd. Onder de huidige kerkorde kan de scriba slechts eenmaal worden herbenoemd.

Kerkenraadsleden kunnen, onder de herziene kerkorde, straks maximaal twaalf jaar deel uitmaken van de kerkenraad. Nu kunnen ambtsdragers maximaal acht jaar kerkenraadslid zijn.