„Meer inspectie openbare scholen”
Minister Van der Hoeven van Onderwijs wil dat de onderwijsinspectie, indien nodig, ook toezicht gaat houden op godsdienstlessen in het openbaar onderwijs.
Dat schrijft de bewindsvrouw in een brief die ze donderdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Op dit moment heeft de inspectie geen bevoegdheden om dit toezicht uit te oefenen. In het bijzonder onderwijs is die bevoegdheid er wel. De feitelijke verantwoordelijkheid voor het godsdienstonderwijs op openbare scholen ligt in handen van degenen die het onderwijs verzorgen. Dat zijn in de praktijk kerkelijke gemeenten, parochies en levensbeschouwelijke instellingen.
Van der Hoeven is met betrokkenen in overleg om het toezicht te regelen. Degenen die het onderwijs geven, zouden dan de plicht krijgen informatie over de inhoud van hun lessen te verstrekken aan de leiding van de openbare basisscholen. Op basis daarvan kan de inspectie zo nodig kritische kanttekeningen maken over het godsdienstonderwijs. Voor deze werkwijze is een wetswijziging noodzakelijk.
Aanleiding voor de wetswijziging is het inspectierapport over islamitische scholen vorig jaar. Daaruit bleek dat enkele islamitische scholen onvoldoende bezig zijn met de integratie van hun leerlingen in de Nederlandse samenleving. Naar aanleiding daarvan pleitte een meerderheid van de Tweede Kamer voor inspectie tijdens godsdienstlessen in het bijzonder onderwijs. Op die manier zou de overheid te weten kunnen komen of er tijdens de lessen wordt aangezet tot haat of discriminatie.
Minister Van der Hoeven van Onderwijs toonde echter aan dat de inspectie nu al bevoegdheid heeft om godsdienstlessen in het bijzonder onderwijs te bezoeken als daarvoor aanleiding is. Daarbij mag geen inhoudelijke beoordeling van de godsdienstles plaatshebben.
Uit de brief van de bewindsvrouw aan de Kamer blijkt dat het protestants-christelijk, reformatorisch en gereformeerd onderwijs in grote lijnen kunnen leven met deze bepaling. Ze hebben in een brief aan Van der Hoeven wel benadrukt dat de inspectie alleen in zwaarwegende gevallen en bij verdenking van strafbare feiten de godsdienstlessen mag beoordelen. Het rooms-katholiek en het hindoe-onderwijs vinden dat de inspectie daarmee te ver gaat. De minister schrijft in haar brief echter dat ook deze scholen zich aan de wet moeten houden en zo nodig medewerking moeten verlenen aan de beoordeling van godsdienstlessen door de inspectie.