Diepe vragen over schuld en vergeving
Titel:
”Onze dagen”
Auteur: Thomas Verbogt
Uitgeverij: L. J. Veen
Amsterdam/Antwerpen, 2001
ISBN 90 204 1703 7
Pagina’s: 256
Prijs: ƒ 34,90.”Lisa’s adem”, door Karel Glastra van Loon; uitg. L. J. Veen, Amsterdam/Antwerpen, 2001; ISBN 90 204 1715 0; 240 blz.; ƒ(34,90.
Zondigen, dat betekent je doel missen. Wie zijn catechesatieles vergeten is, kan dat nu lezen in de nieuwe roman van Karel Glastra van Loon. In ”Lisa’s adem” gaat het over zonde en schuld, en over het gevaar dat aan het gebruik van deze noties kleeft. Ook Thomas Verbogt schreef een boek over schuld. Zijn roman ”Onze dagen” duidt ook voorzichtig een uitweg aan. Maar overtuigen doet dat niet.
Het klinkt nogal zwaar, boeken over zonde en schuld. En dat is het natuurlijk ook. Maar dat betekent niet dat deze boeken moeizaam lezen; hoewel de snelle stijl en de vlotte dialogen van Verbogt wel ten koste gaan van de diepgang van zijn boek. Bij Glastra van Loon is het vooral de wat verbrokkelde compositie die zijn boek geen goed doet.
Maar los van deze kwesties laat zich aan deze boeken goed demonstreren dat er in de wereld nog wel meer te koop is dan eten, drinken en vrolijk zijn. Je houding ten opzichte van het verleden, vragen over schuld en vergeving, het zijn dingen waar niemand omheen kan. Je kunt er je wel voor afsluiten, en sommige personages in deze boeken doen dat ook, maar dat blijkt geen begaanbare weg. Als de vragen blijven spelen, dan komt ook het probleem van vergeving en van een nieuw leven naar voren.
Frappant is dat er op dat moment bij beide auteurs christelijke motieven gaan meespelen, zij het in geseculariseerde vorm. Overtuigen doet dat niet, zeker niet bij Verbogt. Wat dat betreft is ”Lisa’s adem” sympathieker. Glastra van Loon laat zien dat schuldvragen veel gecompliceerder zijn dan wij vaak denken. Zijn personages vinden dan ook geen oplossing, ook niet in een geseculariseerde variant van de kruistheologie. Het is in elk geval te waarderen dat in beide boeken niet om de problemen heen wordt gedraaid.
Zonder verleden
Niet dat de hoofdfiguur in het boek van Verbogt nu zo’n zwaartillend mens is. Deze Wouter Stevens denkt over zichzelf: „Er is zoveel verdwenen, ik heb zoveel laten schieten, alleen al omdat ik altijd haast had, omdat het een meteen na het ander moest.” Hij komt erachter dat hij eigenlijk zonder verleden leeft, dat hij zich voortdurend met volle energie in nieuwe projecten, relaties en vriendschappen stort. Hij denkt: „In belangrijke mate ben je wat je je herinnert. Als je jezelf niet toestaat bij die herinneringen stil te staan, ze een plaats en een betekenis te geven, ben je aan het verdwijnen, dan is dat de bezigheid die je leven is: je wordt alleen maar ouder, er blijft steeds minder tijd van leven over, je bent aan het weggaan.”
Totdat er schimmen uit zijn verleden opduiken. Er is Thera, de vrouw die hij vijftien jaar gelden verliet en die weer in zijn leven opduikt. Het is trouwens onduidelijk of deze Thera wel echt bestaat. Misschien roept Wouter Stevens wel zelf zijn verleden naar voren, om de geluksmomenten met haar opnieuw te beleven – wat natuurlijk niet zo best lukt.
Wel reëel is het graf van Michaela van der Jagt, leerlinge van de school waar hij les geeft. Als hij daarbij staat, blijkt dat het verleden doorwerkt, dat het leven verantwoordelijkheid met zich mee brengt: „Verlos ons van het kwaad”, fluister ik. „En vergeef ons onze schulden zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven.” Wouter had een kortstondige relatie met deze Michaela, waarvan zij veel verwachtte maar die hij vrijwel direct weer vergeten was. Totdat ze zelfmoord pleegt. Dan blijkt dat het verleden niet iets is om met je rug naartoe te staan: dan is er schuldbesef.
Ernst
Bij Glastra van Loon is er van meet af aan sprake van een zekere ernst. Hij is niet zo’n auteur die alles ironiseert, relativeert en met een irritant soort dédain beschrijft. Zijn hoofdfiguur, een jongen die Talm genoemd wordt, houdt écht van Lisa. En hij is er ook echt kapot van wanneer ze spoorloos verdwijnt.
Er was nogal wat mis met deze Lisa. In haar jeugd werd ze misbruikt door haar opa, en later ook door haar stiefvader. Deze man, Sebastiaan, doceerde Engels aan een universiteit, moest opstappen vanwege een schandaal en belandde tussen daklozen en zwervers. Talm besluit hem daar op te zoeken. Hij houdt Sebastiaan verantwoordelijk voor de verdwijning (de zelfmoord?) van Lisa. Die geeft zijn schuld ook toe, en geeft uiteindelijk zelfs toe haar vermoord te hebben.
Het is een indrukwekkende figuur, deze Yeats en Shakespeare citerende zwerver met een pedofiel verleden. Hij weet maar één uitweg: drinken, en het verleden vergeten. „Drink nou maar. Probeer niet te begrijpen wat niet te begrijpen is. We mikken op het hoogste. We schieten mis. We proberen het opnieuw. En opnieuw. En opnieuw. Hamartia! (het Griekse woord voor zonde, GvdW) En zo vermenigvuldigt zich het kwaad met elke vergeefse poging het goede te doen”, zegt hij tegen Talm. Voor wie dat natuurlijk geen optie is. Voor hem heeft het verleden niet afgedaan. Lisa had al voor haar stiefvader gewaarschuwd, hij had al moeten handelen, hij heeft ook schuld, en daarom handelt hij nu – hij vermoordt Sebastiaan.
Moraal
Maar dan blijkt dat Sebastiaan Lisa onmogelijk vermoord kán hebben. En dat ook Lisa zelf schuld had ten opzichte van Sebastiaan. Glastra van Loon laat zien hoe gevaarlijk het is om koste wat kost een schuldige te zoeken. Sebastiaan wordt gedood, maar was onschuldiger dan gedacht, Lisa was ook schuldig, Talm zelf maakt met deze moord alleen zijn schuld maar meer – als dit boek al een moraal heeft, dan is die in elk geval niet opwekkend.
Tenzij de tegenstem serieus genomen wordt, maar dat valt niet zo makkelijk. Er is een vrijbuiter in het boek die op zijn manier christen wordt. Dat Jezus de schuld op Zich heeft genomen, vindt hij te gemakkelijk; hij leert uit het evangelie dat je je leven moet durven verliezen, en dat je dan beloond wordt met het volle leven, in het hier en nu. Doe afstand van je oude leven, en het komt goed, ondanks alles.
Hoewel Glastra van Loon hiermee zijn boek eindigt, is dit toch niet erg bevredigend. Liever het besef van de complexiteit van vragen van zonde en schuld dan deze geseculariseerde vorm van bekering, die tenslotte verdacht veel lijkt op een manier om je gemakkelijk van het verleden af te maken.
Modieuze religiositeit
Ook in de roman van Verbogt is er sprake van een soort nieuw leven. Zijn hoofdfiguur gaat naar de plaats waar zijn slachtoffer zelfmoord pleegde, hij laat hem dat als een soort offer beleven en speelt vervolgens met Paasmotieven van dood en opstanding. Zoals het hele boek van Verbogt op mij weinig indruk maakte (zijn personages gaan niet leven, hij wekt even weinig inzicht in hun gedrag als Wouter Stevens in zijn verleden had), maakt ook dit op mij de indruk van een wat modieuze religiositeit. Met een vlot verhaal, hier en daar wat diepzinnige opmerkingen over de tijd en een onbestemd positief, religieus ingekleurd slot schrijf je helaas niet per se een overtuigend boek.
”Lisa’s adem” van Glastra van Loon ademt meer authenticiteit. Maar er is in zijn boek een teveel. Een teveel aan verwikkelingen, aan weinig impliciete erotiek, aan nieuwe liefdes, aan opeenstapelingen van brokken scène, en daarmee te weinig lijn. Daardoor raakt wat hij te zeggen heeft naar de achtergrond. Als het tenminste nog niet verdwenen was achter het teveel aan clichés („Het werd oorverdovend stil in de kamer”) of achter zijn stijl die je af en toe de indruk geeft in een derderangs Amerikaanse roman te lezen. Dat is jammer, want zo raak als zijn beeldspraak soms is („In een spinnenweb tussen twee fietsen hingen de bloesems als wasgoed in de zon”), zo overtuigend en indringend had zijn hele boek kunnen zijn, al spreekt het zeker niet het laatste woord over zonde en schuld…