Ouders omgekomen militairen willen onderzoek
DEN HAAG (ANP) – De ouders van twee militairen die in Uruzgan zijn omgekomen, willen dat het Openbaar Ministerie (OM) alsnog een strafrechtelijk vooronderzoek instelt naar de schietpartij waarbij hun zonen om het leven kwamen. In januari 2008 werden Wesley Schol en Aldert Poortema onbedoeld neergeschoten door eigen eenheden. De ouders vinden dat twee commandanten grote fouten hebben gemaakt, die strafrechtelijk behandeld zouden moeten worden.
Ingewijden hebben maandag berichtgeving hierover van RTL4 en NOVA bevestigd. De ouders hebben een zogeheten artikel 12-procedure aangespannen bij het gerechtshof in Arnhem. Zij hopen dat het hof het OM zal bevelen om alsnog een opsporingsonderzoek in gang te zetten. Donderdag wordt de zaak achter gesloten deuren behandeld. Een woordvoerster van het parket wilde maandag niets zeggen over de zaak.
Het OM besloot in het voorjaar van 2008 na een feitenonderzoek geen vervolging in te stellen, omdat er geen sprake was van „individualiseerbaar strafrechtelijk verwijtbaar handelen.” Bij de drie gebeurtenissen tijdens de verkenningsoperatie (Kapcha As) stierven ook twee Afghaanse militairen door friendly fire en raakte een andere Nederlandse soldaat zodanig gewond dat hij beide benen moet missen.
Tijdens de operatie trokken twee compagnies gescheiden van elkaar op en zaten ze in de nacht op 800 meter afstand van elkaar. Schol en Poortema van de C-compagnie werden door hun collega’s van de A-eenheid aangezien voor vijandelijke strijders en onder vuur genomen.
Het OM stuurde na de fatale gebeurtenissen een onderzoeksteam naar Afghanistan. Ook Defensie zelf onderzocht de zaak. De toenmalig commandant der strijdkrachten Berlijn zei dat er sprake was van een combinatie van (weers-)omstandigheden en tactische fouten. Het oordeel daarover werd aan het OM overgelaten.
De ouders van Schol en Poortema vinden dat de bataljonscommandant en de voertuigcommandant wel vervolgd moeten worden, omdat ze nalatig zouden zijn geweest en de procedures niet hebben opgevolgd. De voertuigcommandant is inmiddels niet meer in dienst.
Het ministerie van Defensie stelde in een reactie dat ze geen partij is bij deze procedure. Maar het ministerie voelt zich wel betrokken, zowel bij de nabestaanden als bij de betrokken collega’s, aldus een woordvoerder.