Bange tijd
Openbaring 14:13
„En ik hoorde een stem uit de hemel, die tot mij zei…” Het laatste wat in onze tekst voor komt is: „…opdat zij rusten mogen van hun arbeid en hun werken volgen met hen.” Het veronderstelt een bijzonder bange en droeve tijd die komt en dat het dan zeer goed zou wezen om in de hemel te mogen zijn.
Uit dat inzicht vloeien drie redenen voort waarom het getal van hen die in de Heere sterven op die tijd bijzonder van toepassing is. Zij zijn bevrijd van alle moeite, verdriet en kwellingen waar de overlevende godzaligen nog zijn bezet met een lastig en verdrietig leven onder al die oordelen.
Zij zijn gelukkig, die voor het naderend kwaad zijn weggenomen, gelijk Salomo zegt in Prediker 4:2: „Dies prees ik de doden, die alrede gestorven waren, boven de levenden, die tot nog toe levend zijn.” Daarmee geeft hij te kennen dat die doden bevrijd zijn van hun moeite, ijdelheden en kwellingen waarmee ze waren behept.
Zij zijn verlost van een lastige en moeilijke wereld, en wel temeer in deze tijd. Zij zijn gelukkig dat zij nu, daar het Evangelie is doorgebroken en met meer vertrouwen sterven, verlost zijn van de vreze van deze boze tijden en verzekerd van hun onmiddellijke overgang naar het paradijs.
James Durham, predikant te Glasgow
(”De zaligheid der doden”, 1735)