Mijnwerker Herbst zat twee weken onder de grond
De 33 opgesloten mijnwerkers in Chili moeten een zinvolle dagbesteding krijgen. Als ze tot Kerst niets doen, maakt dat de sfeer kapot. Zegt een man die zelf twee weken in Duitsland in een mijnschacht gevangenzat.
Adolf Herbst volgt de berichten over de teruggevonden mijnwerkers nauwgezet. Het herinnert hem aan het ”Wonder van Lengede”, toen hij zelf op 58 meter diepte bijna de hoop op redding had verloren.
De 20-jarige monteur was net aangesteld bij Siemens. In de mijn moest hij een handpomp automatiseren. Hij was die donderdagochtend al om zes uur begonnen. Tegen acht uur ’s avonds had hij er een dubbele dienst opzitten. Daardoor was hij de volgende dag vrij en kon hij alles klaar maken voor zijn verloving met Dagmar op zaterdag.
Terwijl hij naar de hoofdschacht liep, hoorde hij geruis van vallend water. „Ik zag mijnwerkers wegvluchten. Ik was nog nooit in een mijn geweest en ging achter hen aan.”
Op een plek waar ze niet verder konden, haalde het water hen in. „We wisten dat er al doden waren gevallen. Ik had nog een paar sigaretten en die verdeelde ik. We dachten dat dit het einde was.”
Totdat een van de mijnwerkers boven hen een ”Alte Mann” ontdekte. „Dat is een mijnschacht die niet meer wordt gebruikt. De spanten zijn eruit. Normaal is dat absoluut verboden gebied. Maar voor onze groep van 22 was het de laatste redding.”
Hierop volgden dagen van „wachten en volhouden”, vertelt Herbst. „Doorlopend vielen er stenen naar beneden. De helft van ons is daardoor om het leven gekomen.”
Aanvankelijk was het er benauwd en muf. Maar door de vallende stenen moet er ergens een luchtdrukslang zijn geraakt, waardoor er aanvoer van zuurstof was, meent Herbst. „In het water hoorden we telkens blubblub. Zonder frisse lucht zouden we het nooit hebben uitgehouden.
Van lieverlee gingen we drinken van het water in de mijn. Maar eten was er niet. Na verloop van tijd gingen de meesten van ons dus hallucineren.”
De mijnwerkers in Chili zitten op 700 meter diepte in een omgeving van 32 graden. In Lengede was het slechts 7 graden. „Achteraf kampten we allemaal met onderkoelingsschade.”
Aanvankelijk merkte Herbst dat de mijnwerkers het niet zo zwaar opnamen. „Het water zou wel worden weggepompt. Maar na verloop van tijd verloor iedereen zijn hoop. We benijdden de collega’s die direct waren omgekomen.”
Op de grond „vochten” mijnwerkers bij de directeur om toch nog naar de Alte Mann te boren. „Het zit me nog altijd dwars dat de directeur het zoeken zo snel opgaf. Maar uiteindelijk haalde de politie de boorploeg terug naar Lengede om nog een poging te wagen.”
De boorploeg kon niet exact op de uitgerekende plek boren, maar pas 2 meter verder. „Tijdens het werk verliep de boor ook nog. Bovendien waren wij vanwege het vallend gesteente ook 7 meter omhoog gegaan.”
Toch kwam de boor precies goed uit. „Hij had geen meter naar links of rechts moeten uitkomen. Iemand van ons klopte er met een mes op. Daarna verdween de boor, zonder dat wij wisten of men ons had gehoord.”
Maar boven waren de klopsignalen met gejuich ontvangen. Iemand ging gelijk naar de herdenkingsdienst die een dominee al was begonnen. De directeur had het niet nodig gevonden het doodverklaren van de vermisten tot na de extra boorpoging op te schorten. „Toen de dominee hoorde dat er contact met ondergrondse overlevenden was, is hij gestopt.”
Voor Herbst is duidelijk dat God de boor naar hun schuilplaats heeft gestuurd. „Men boorde vanaf de verkeerde plaats, liep onderweg een afwijking op, terwijl wij ook waren verschoven.”
Het boorgat van zo’n 5 centimeter werd gebruikt voor eten, drinken en zelfs kleding. Iedereen kreeg een zaklamp. Vanaf de tweede dag, toen de batterijen van mijnwerkerslampen uitgeput waren, had men in duisternis geleefd. Ook werd een intercom aangelegd.
Het boren van een gat van 60 centimeter voor de reddingscapsule kostte vier dagen. Eerst lieten twee reddingswerkers zich in de stalen ”reddingsbom” naar beneden glijden. „Zij deden dat met gevaar voor eigen leven. Zij hielpen ons in de bom. En zo gleden wij naar boven. Binnen een uur was de Alte Mann leeg.”
Herbst kwam als vierde boven. In de Rode Kruiswagen omhelsde zijn bijna-verloofde hem. „Daarna heb ik nog vier weken in het ziekenhuis gelegen.”
Herbst is „God nog elke dag” dankbaar. „Toen kloppen en schreeuwen niet hielp, was er niets meer om aan vast te houden. Iemand begon te bidden, en allemaal sloten we ons daarbij aan. Toen ik een lamp met een briefje door het boorgat zag zakken, wist ik dat God ons had verhoord. Zonder Gods hulp zouden we onderin zijn gestorven.”
Voor de reddingsoperatie in Chili heeft hij maar één advies: zorg dat de 33 mensen zinvol bezig zijn. „Iedereen een vaste taak. Misschien kunnen ze meubels voor de komende maanden maken. Geef hun ook boeken, kruiswoordpuzzels en schrijfgerei voor een dagboek. En laat ze onderling een schaakcompetitie organiseren.”
Als de Chilenen levend boven komen, raadt hij ze aan er direct over te praten. „Tijdens de Duitse wederopbouw werd weinig gepraat. Ik heb het mijn kinderen jarenlang niet verteld. Pas na twintig jaar heb ik de zaak opengegooid. Veel lotgenoten hebben het meegenomen in hun graf. Gelijk praten is beter.”
Het Wonder van Lengede
De reddingsoperatie in Lengede najaar 1963 was een van de grootste in de geschiedenis.
Op donderdag 24 oktober brak het waterbassin, waardoor er ruim 400 kubieke meter water de schachten in liep. Tijdens de instorting waren er 129 mensen in de ijzerertsmijn. De eerste dagen werden er tientallen gered.
Toen na acht dagen nog steeds zo’n vijftig mensen vermist waren, stelde de directeur vast dat de kans op meer overlevenden uitgesloten waren. Mijnwerkers haalden hem ertoe over nog één keer te boren naar een verlaten hoek.
Op 3 november vernam de reddingsploeg klopsignalen vanuit 58 meter diepte. Op 7 november werden elf overlevenden naar boven gehaald. Radio en televisie zonden de reddingsoperatie, die bekend werd als het ”Wonder van Lengede”, rechtstreeks uit.
De mijnramp werd twee keer verfilmd, in 1969 en in 2003.
Tentoonstelling over de mijnramp in 1963 in het gemeentehuis van Lengede