Arbeidsinspectie: Laag loon Filippino Maasvlakte 2 mag niet
ROTTERDAM (ANP) – De cao-afspraak over de beloning van Filippijnse werknemers die voor Boskalis en Van Oord werken aan de Tweede Maasvlakte, is in strijd met de wet. Dit blijkt uit een brief van de Arbeidsinspectie aan FNV Waterbouw van eerder dit jaar, die in het bezit is van het ANP.
Eerder deze zomer sloten vakbonden en werkgevers een nieuwe cao voor de waterbouw. Hierin kregen buitenlandse werknemers een uitzonderingspositie met een loon onder het Nederlandse minimum. Het merendeel van de buitenlandse baggerwerkers komt van de Filippijnen. Omdat de baggerschepen buiten de Nederlandse kust opereren, zou het Nederlandse arbeidsrecht niet van toepassing zijn.
De Arbeidsinspectie ziet het anders. In de brief stelt de organisatie dat de wet voor het minimumloon tot 12 mijl buiten de Nederlandse kust geldt. Hetzelfde gaat op voor de Wet Arbeid Vreemdelingen (WAV), die regels stelt voor het in dienst nemen van buitenlandse werknemers. Een woordvoerder benadrukte dat de Arbeidsinspectie in de brief geen uitlatingen over de cao heeft gedaan.
FNV Waterbouw windt zich al langere tijd op over de beloning van buitenlandse werknemers. Het onderwerp was een heet hangijzer in de cao-onderhandelingen. De bond ziet de lage salarissen als oneerlijke concurrentie voor Nederlandse arbeidskrachten. „Als je in ons hart kijkt, vinden wij dat ze het wettelijk minimumloon moeten krijgen. Zij, de werkgevers, vinden van niet”, zei vakbondsbestuurder Hans Crombeen van FNV Waterbouw dinsdag.
Desondanks is een compromis gesloten en is deze groep een uitzonderingspositie gegeven. „De voorwaarde is dat we het jaar gebruiken om grondige juridische studie naar het onderwerp te verrichten”, zei Crombeen daarover.
Fries Heinis, directeur van de Vereniging van Waterbouwers, wees ook op deze studie. „Het gaat hier om een interpretatieverschil. Binnen de overheid bestaat er ook geen duidelijkheid. Van Verkeer en Waterstaat krijgen wij andere berichten dan van de Arbeidsinspectie. Wij hebben afgesproken gezamenlijk goed juridisch onderzoek te doen.”
Opvallend is de opstelling van het Havenbedrijf Rotterdam (HbR), medeopdrachtgever voor aanleg van de Tweede Maasvlakte. „HbR heeft geen betrokkenheid bij de wijze waarop het consortium de voor dat werk benodigde werknemers werft en de voorwaarden waaronder deze werknemers te werk worden gesteld”, aldus het havenbedrijf in correspondentie met FNV Waterbouw.