Dat blijkt uit een verkennende studie naar watertekorten in Nederland, die het Rijk, de provincies en de waterschappen hebben laten uitvoeren. De studie is woensdag gepubliceerd.

Een deel van de droogteschade is het gevolg van de bewuste keuze om de schade van een wateroverschot te vermijden en de bewerkbaarheid van het land te verbeteren. Door klimaatveranderingen en maatschappelijke ontwikkelingen neemt dit probleem de komende vijftig jaar naar verwachting flink toe.

De waterproblemen zijn niet alleen in geld uit te drukken, want ook de natuur ondervindt schade. Door het waterbeleid zijn er volgens de zogenaamde droogtestudie „structurele tekortkomingen in het watersysteem.” In extreem droge jaren leidt dit tot schade en zijn maatregelen noodzakelijk, vinden de opstellers van de studie.

Rijk, provincies en waterschappen concluderen dat er wel degelijk mogelijkheden zijn om de watertekorten terug te dringen, maar dat goed moet worden onderzocht of de kosten tegen de baten opwegen. De onderzoekers denken onder meer aan verplaatsing van bepaalde teelten en meer aandacht voor de natuur tijdens droogte. Bovendien kan het water beter in de bodem worden vastgehouden en kan landbouwgrond met oppervlaktewater worden beregend.

De opstellers werken in de tweede fase van de studie deze mogelijkheden uit. Ook stellen zij doelen. Volgend jaar moet er een voorstel liggen voor aanpassing van het waterbeleid. De voorlopige resultaten van de studie zijn te vinden op internet (www.droogtestudie.nl).

De maanden maart en april zijn sinds het voorjaar in 1996 niet meer zo droog geweest. In 1996 viel er in deze maanden 21 millimeter neerslag. Dit jaar is dat 50 millimeter. In maart kwamen zelfs „extreem droge dagen” voor, meldde het weerinstituut KNMI gisteren.

Op 1 en 2 april heeft het nog geregend, maar sindsdien viel er volgens het KNMI vrijwel geen neerslag meer. Door de droogte neemt het risico op bosbranden toe. Ook de „natuur snakt naar regen”, aldus het weerinstituut. Het is droog doordat de wind meestal uit het oosten komt. Dat komt door een hogedrukgebied boven Scandinavië en omgeving. In Nederland waait vaker een westenwind.

De provincies Noord-Brabant en Limburg hadden dinsdag de eerste zomerse dag van het jaar. In Volkel was het met 26,1 graden het warmst. Na morgen wordt het minder warm, verwacht het KNMI.