Dank aan Lubbers
Informateur Ruud Lubbers kreeg deze zomer de wind van voren. Van links. Normaal gesproken hebben linkse partijen nooit zo veel met de koningin. Maar als het hun uitkomt, moet er toch goed naar haar geluisterd worden.
Lubbers had moeten kijken of een meerderheidskabinet mogelijk is. Zo had links de koningin geïnterpreteerd. Dat krijg je als je zelf heel graag in de regering wilt. Dan hoor je soms meer dan er gezegd is.
Lubbers zelf had beter geluisterd naar de koningin. Hij hoorde in haar opdracht ook de mogelijkheid een minderheidskabinet te vormen. Maar zo’n kabinet heeft alleen kans van slagen als het op kernpunten kan rekenen op de steun van een oppositiepartij. Wat lag dan meer voor de hand om naar de PVV te kijken?
In de ontwikkelingssector wordt de kabinetsformatie ook nauwlettend gevolgd. In die kring is het afgrijzen over de PVV groot. Veel mensen die ik spreek, krijgen daarnaast spontane buikkrampen bij de afkorting VVD. Een combinatie van beide partijen brengt hen bijna op de gedachte om te emigreren. Desnoods naar een ontwikkelingsland. Nu is het ook niet eenvoudig heel enthousiast te worden van een kabinet met VVD en PVV. De vraag: „Worden we er zelf beter van?” lijkt bij deze partijen immers voorop te staan.
Ik moet zeggen dat ik niet gerust was op de uitkomsten van de Haagse gesprekken. Zou het CDA sterk genoeg zijn om ontwikkelingssamenwerking op de agenda te houden? Zou de constructie met gedoogsteun van Wilders’ PVV stevig genoeg zijn voor een stabiel kabinet? Over één ding bestond een redelijke mate van zekerheid: paars (plus) was van de baan. Gelukkig maar, daar zullen de meeste lezers het van harte mee eens zijn. Maar voor de hulp aan Afrika, Azië en Zuid-Amerika viel dat nog maar te bezien. De twee grote winnaars van de verkiezingen wilden de hulp afschaffen dan wel halveren. Wat zou de grote verliezer aan de onderhandelingstafel hiertegenover kunnen stellen?
Anderhalve week terug las ik tot mijn grote verrassing in een van de ochtendkranten dat het meningsverschil over ontwikkelingssamenwerking zou zijn beslecht in het voordeel van het CDA. De internationale afspraak om 0,7 procent van het nationaal inkomen aan ontwikkelingshulp te besteden blijft overeind, aldus het bericht. Anders gezegd: op ontwikkelingshulp zal niet veel bezuinigd worden en wil Nederland zijn goede reputatie in het buitenland niet kwijtraken.
Prijs het onderhandelingsproces echter niet voordat het ten einde is. Er kunnen nog allerlei kinken in de kabel komen. Onverwachte financiële tegenvallers in de aanloop naar Prinsjesdag. Maar dit nieuws gaf wel te denken. Zou het soms kunnen zijn dat de door Lubbers bedachte constructie minderheidskabinet plus gedoogsteun de verklarende factor is?
Laten we in gedachten eens aanschuiven bij de gesprekken in het Eerste Kamergebouw. De bode sluit de deur achter ons en de pers blijft jaloers buiten. Rutte en Verhagen zijn net aan het onderhandelen over ontwikkelingssamenwerking. Rutte wil de vastgeroeste hulpsector met een kleiner budget een stroomstoot geven om effectiever te werken. Maar nee, als man van fatsoen hoeft hij er niet van overtuigd te worden dat het schenden van internationale afspraken niet in Neêrlands belang is. Verhagen behartigt in uitvoerig en omslachtig Limburgs, naar aloude CDA-traditie, het belang van ontwikkelingssamenwerking, maar –o flexibele partij– hij sluit vernieuwingen niet uit.
En Wilders? Hij trommelt zenuwachtig met zijn vingers op tafel. Gaat hij het waarmaken? Zestien miljard van de 18 miljard bezuinigingen leek al binnen een week overeengekomen. Wat komt beter uit? Op dit punt keihard oppositie voeren vanuit de Kamer? Of een bezuiniging op ontwikkelingshulp gedogen die nog lang geen afschaffing is? Informateur Opstelten stuwt het gesprek minzaam glimlachend voort: dit wordt een akkoord waar je je niet voor hoeft te schamen. Volgende punt: minder ministeries, minder ambtenaren. Wilders veert op… Dit wordt scoren!
Zou het zo gegaan zijn? Mogelijk. Dan is dat met dank aan Lubbers. Had Wilders een volwaardige plek aan tafel gehad, dan was het anders gegaan. Maar: prijs de onderhandelingen niet voordat ze ten einde zijn… En bovendien: wie gelooft nu dat het kabinet dat eraan zit te komen, vier jaar zal regeren? ’t Is allemaal wankel en fragiel, maar onder de huidige omstandigheden is elke meevaller er één.
De auteur is coördinator beleidsbeïnvloeding Woord en Daad. Reageren aan scribent? gedachtegoed@refdag.nl