Het lerarentekort zal de komende jaren verder toenemen, blijkt uit het woensdag gepresenteerde Onderwijsverslag 2002 van de Inspectie van het Onderwijs. Op dit moment staan per kwartaal 1600 tot 2000 vacatures in het basisonderwijs open. In het voorgezet onderwijs gaat het om 900 en in het beroepsonderwijs om 300 banen per kwartaal. In de komende drie, vier jaar zijn 53.000 nieuwe leraren nodig.

Zijinstromers vangen een deel van het lerarentekort op, maar klagen dat de combinatie van lesgeven en studeren te zwaar is. Minister Van der Hoeven wil daarom de termijn om een onderwijsbevoegdheid te halen, verlengen van twee naar vijf jaar.

De Algemene Onderwijsbond (AOb) is daar tegen, omdat het gebrek aan didactisch geschoold personeel duidelijk is te merken aan de kwaliteit van de lessen. De bond kiest voor een andere oplossing: zijinstromers moeten minder lessen geven, zodat ze meer tijd krijgen voor hun studie.

De inspectie stelt in haar jaarverslag dat het verminderen van de werkdruk, het verbeteren van de arbeidsomstandigheden en het verhogen van het salaris noodzakelijke maatregelen zijn om het lerarentekort weg te werken. De AOb is het hiermee eens. Volgens de bond komt een groot deel van de mensen die wel een geschikte opleiding voor leraar hebben gevolgd, niet voor de klas. „We moeten zorgen dat juist deze mensen les gaan geven. Betere arbeidsvoorwaarden kunnen daar een grote rol in spelen”, aldus AOb-voorzitter W. Dresscher.

Het lerarentekort speelt vooral op zwakke basisscholen, in het speciaal basisonderwijs en in het vmbo. Minister Van der Hoeven wil kijken of het mogelijk is om schoolbesturen en gemeenten (de besturen in het openbaar onderwijs) op zwakke scholen aan te spreken. Zij wil daarover overleggen met de besturenkoepels in het onderwijs en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.