Vruchten
Mattheüs 13:3
„Zie, een zaaier ging uit om te zaaien.”
Bij de beste soort toehoorders valt het zaad van het Woord in een goed en eerlijk hart, dat vrucht draagt in volstandigheid. Dit zijn zij die in een goede aarde gezaaid zijn. Jezus zei: Hij hoort het Woord en verstaat het. Zoals van Maria gezegd werd: „Doch Maria bewaarde deze woorden alle te zamen, overleggende die in haar hart.” Zij bewaarde het woord in een eerlijk en goed hart.
Deze hoorder van het Woord is ook een dader. Ja, geloof heeft ook vruchten, zoals blijkt uit het volgende. Hij die gelooft, draagt vrucht. Het zijn vruchten van goede werken die hij uit zijn geloof toont, honderd-, zestig- en dertigvoud. Alle ware gelovigen brengen vruchten voort, de een in meerdere, de ander in mindere mate. Zulke hoorders vond Jezus ook onder de toehoorders, toen Hij als een zaaier uitging om te zaaien. Van de voorbeelden van gelovigen die door het zaad van Zijn Woord waarachtig bekeerd zijn, zult u er veel vinden in het Evangelie, hoewel in vergelijking met de andere soorten toehoorders slechts weinig in getal.
Wij geloven dat deze gelijkenis kan worden toegepast in alle tijden en op alle volken waaronder het Woord van het Koninkrijk wordt gepredikt als een zaad in de harten van mensen.
Johannes Barueth, predikant te Dordrecht (”De parabel van de zaaier”, 1752)