Ze zei te beseffen dat het besluit een grote klap betekent voor de houders van de dieren. Maar volgens haar kunnen de jonge schapen of geiten toch besmet zijn op bedrijven waar eerder besmette drachtige dieren zijn geruimd. Het kabinet wil dat risico niet lopen en vindt daarom dat het levenslange fokverbod voor de jonge gevaccineerde melkgeiten en -schapen van kracht moet blijven om een mogelijke nieuwe bron van Q-koorts te voorkomen.

Volgens Verburg is het de laatste moeilijke maatregel die uit voorzorg wordt genomen vanwege de risico’s voor de volksgezondheid. De Tweede Kamer had haar eerder dit jaar op initiatief van de VVD opgeroepen het fokverbod op te heffen, omdat de jonge dieren zijn geboren uit gevaccineerde dieren en zelf ook twee keer zijn gevaccineerd. Volgens de Kamer worden de jonge dieren nu mogelijk gedood, omdat ze door het levenslange fokverbod geen enkel nut hebben voor de melkgeiten- en melkschapenhouderij.

Verburg wijst erop dat het onmogelijk is via individuele testen besmette dieren van onbesmette beesten te onderscheiden. Als besmette dieren weer worden gedekt, kunnen ze een nieuwe bron van Q-koorts zijn. Vaccinatie kan dat risico verkleinen, maar is niet altijd effectief.

Verder telt onder meer mee dat er geen wetenschappelijke informatie is of dieren die geboren zijn uit gevaccineerde moederdieren ook beschermd zijn. Op basis van adviezen van deskundigen concludeert het kabinet dat onvoldoende vast is komen te staan dat met het opheffen van het levenslange fokverbod geen mogelijk nieuwe bronnen ontstaan als deze dieren drachtig raken.

Bedrijven die zwaar zijn getroffen door een Q-koortsbesmetting, krijgen compensatie. Boeren krijgen in september te horen of ze voor schadevergoeding in aanmerking komen.

LTO Nederland drong vrijdag aan op een passende schaderegeling voor alle gedupeerde veehouders. De betrokken veehouders zijn te lang in het ongewisse gehouden, vindt voorzitter Jeannette van de Ven van de vakgroep LTO Melkgeitenhouderij. „De schade blijft voor deze bedrijven maar oplopen, dit houden de toch al zwaar gedupeerde geiten- en schapenhouders niet vol.”

Van de Ven schat dat het in totaal om 50.000 dieren gaat, die niet meer benut kunnen worden voor nieuwe aanwas. De dieren zullen dus voor de slacht moeten worden afgevoerd. „De minister zegt te beseffen dat dit een grote klap betekent voor de houders van de dieren, maar het is de zoveelste klap. Aan het weerstandsvermogen van deze veehouders komt een einde en de overheid kan niet blijven toekijken hoe de ene na de andere ondernemer afhaakt”, aldus de verbolgen LTO-bestuurder.