Aanpassing pensioenen noodzaak
We moeten onze ogen niet willen sluiten voor de werkelijkheid en dienen ons te bezinnen op hervorming van het pensioenstelsel, meent Chris Baggerman.
Nederland wordt wereldwijd geroemd om zijn pensioenstelsel. Binnen Europa werd tot voor kort met enige afgunst naar onze oudedagsvoorziening gekeken. Toch ontstaan er barsten in dit beeld nu een aantal pensioenfondsen door het ijs is gezakt en minister Donner rigoureus ingrijpt bij veertien fondsen.
Dit toont direct de ernst van de situatie aan bij deze pensioenfondsen en de broosheid van het economisch herstel. De ingreep is te rechtvaardigen, omdat anders jongeren in de toekomst het gelag gaan betalen. De dekkingsgraad, de verhouding tussen het vermogen en alle toekomstige verplichtingen, van genoemde veertien fondsen is onder de kritische grens van 90 procent gekomen. Tegenover iedere euro aan pensioenverplichting staat een bezit van 90 eurocent. Met andere woorden, deze fondsen keren momenteel pensioen uit waarvoor onvoldoende dekking bestaat. Dat leidt tot een oplopend financieringstekort.
Onder deze omstandigheden zijn er maar drie opties:
- Een hogere premie voor de werknemer en/of bijdrage van de werkgever. Dit is nagenoeg uitgesloten. De premie is al historisch hoog en vanuit economisch perspectief is de ruimte voor verhoging uiterst beperkt. Een doorsneewerknemer betaalt nu al één dag per week aan zijn pensioen, terwijl de werkgever doorgaans daar twee dagen bij moet leggen.
Lage rente
Achterwege laten van de gebruikelijke verhoging als correctie voor de inflatie (indexatie). Dat biedt ook geen soelaas meer omdat veel besturen van pensioenfondsen reeds besloten hebben om indexering geheel of ten dele achterwege te laten;
Korten van de pensioenuitkering, het zogenaamde afstempelen.
Besloten is dus tot het laatste. Zowel gepensioneerden als werknemers zullen dit merken, zij het dat de eerstgenoemde groep het direct in de portemonnee zal voelen. Bij een aanvullend pensioen van bijvoorbeeld 900 euro per maand en een korting van pakweg 3 procent, ontvangt een gepensioneerde 18 euro minder per maand. Zijn koopkracht gaat nog harder omlaag omdat een fonds dat een korting doorvoert, de pensioenen uiteraard ook niet zal indexeren. De werknemers zullen op hun pensioenoverzicht een lager bedrag zien staan als ze doorwerken tot hun 65e. Dit bedrag kan –in tegenstelling tot de uitkering van de gepensioneerde– weer omhoog gaan als het fonds in de toekomst onverhoopt beter gaat presteren.
De vereiste minimumdekking die ieder pensioenfonds in de toekomst moet hebben, is 105 procent. Zo’n 340 pensioenfondsen zijn als gevolg van de ingezakte beurskoersen, een ingestorte vastgoedmarkt en de extreem lage rente begin 2009 onder dit minimumniveau gezakt.
Dick Sluimers, bestuursvoorzitter van de Algemene Pensioengroep (APG), heeft de vinger gelegd bij de wijziging van de Pensioenwet in 2006. Sindsdien is de boekhoudkundige invloed van de rente veel te groot geworden, vindt hij. Deze wet verplicht pensioenfondsen om boekhoudkundig te doen alsof de actuele rente ook de komende jaren zo blijft. Dit vertroebelt de blik op de financiële werkelijkheid van de pensioenfondsen, aldus Sluimers.
Irreëel
Vraag is echter hoe reëel het is te veronderstellen dat op korte termijn de rente weer gaat stijgen. De economische vooruitzichten geven daar geen enkele aanleiding toe. Het economisch herstel verloopt uiterst moeizaam, en dat dwingt centrale banken tot het laag houden van de rente. Verge- leken met de afgelopen twintig jaar bevindt de rente zich op een laag punt. Als je echter kijkt naar de renteontwikkeling over honderd jaar, kun je zeggen dat de rente in de jaren zeventig, tachtig en negentig historisch hoog was.
De sociale partners zullen de moed moeten hebben om de burgers voor te houden dat we een utopie najagen. Het uitgangspunt dat een pensioen 70 procent van het gemiddelde loon bedraagt, is waarschijnlijk irreëel. We moeten op zoek naar een nieuwe balans tussen ambitie, zekerheid en kosten van aanvullende pensioenen. Daarom bepleit de RMU hervorming van het pensioenstelsel.
Naast de maatregelen die al zijn genomen (afschaffing prepensioen, van eindloon naar middelloon, invoering kostenplafond) zou de RMU een volgende stap willen zetten in de vorm van een CDC-regeling (Collective Defined Contributions, collectief bepaalde bijdragen). Deze regeling brengt de pensioenkosten en uiteindelijke aanspraken met elkaar in balans. Onder meer door de pensioenlast bijvoorbeeld voor tien jaar vast te leggen. Als de premie binnen die termijn niet voldoende blijkt te zijn, wordt de pensioenregeling versoberd. Zo wordt de pensioenrekening rechtvaardig verdeeld tussen de generaties en ontstaat een solidaire en rechtvaardige balans.
De auteur is coördinator arbeidsvoorwaardenbeleid bij de RMU en bestuurslid bij het pensioenfonds van Super de Boer.