Voorbereiding EU-grondwet dreigt vast te lopen
De Europese Unie is het onderling nog behoorlijk oneens over de bestuurlijke hervormingen die nodig zijn om de gemeenschap van straks 25 lidstaten soepeler te laten opereren. Over zulke hervormingen en een ontwerp-EU-grondwet buigt zich de conventie, onder leiding van de Franse oud-president Giscard d’Estaing.
Volgens premier Balkenende zijn de meningsverschillen woensdag op een top van regeringsleiders in Athene zo levensgroot aan de dag getreden, dat conventievoorzitter Giscard daar niet meer omheen kan. „Als deze polisarisatie blijft, kom je er niet uit. Wij zijn voor consensus, maar anders kun je het beter laten bij opties.”
De kleine lidstaten en negen van de tien kandidaat-leden van de EU die woensdagmiddag in Athene een toetredingsverdrag ondertekenen, vrezen dat grote landen als Frankrijk en Duitsland, met steun van Giscard, het laken naar zich toe willen trekken. Steen des aanstoots is hun plan om een vaste en voltijdse voorzitter van de Europese Unie te benoemen voor een langere periode. De kleinere lidstaten vrezen dat een vaste voorzitter alleen aandacht heeft voor de grote lidstaten en denken macht te verliezen. De Europese Commissie, die gezien wordt als de belangenbehartiger bij uitstek van de kleine landen, zou in die opzet als dagelijks bestuur van een unie van 25 landen macht inboeten.
Onder leiding van de Luxemburgse premier Juncker pleitten zeven ’gelijkgestemde’ lidstaten, waaronder Nederland, op de top voor het roterend voorzitterschap. Daarbij is elk EU-land voor een half jaar bij toerbeurt voorzitter. Ook de tien nieuwe lidstaten, minus Polen, sloten zich aan bij de ’zeven dwergen’, of ’magnificent seven’ zoals zij zichzelf ook wel noemen. Griekenland neemt als huidig EU-voorzitter geen positie in, maar wordt tot de ’gelijkgestemden’ gerekend. Zweden en Denemarken kunnen zich wel vinden in een vaste voorzitter voor enkele jaren.
Volgens premier Balkenende was het in Athene nog te vroeg voor conclusies, „maar kan Giscard niet doorgaan op de ingeslagen weg”. EU-voorzitter Griekenland concludeerde dat ’een grote meerderheid’ van de leden van de Conventie voorstander is van een sterkere Europese Commissie en een sterker Europees Parlement. De Duitse minister van Buitenlandse Zaken Fischer zei dat er echter „geen onoverbrugbare problemen zijn”. „Er is een hoge mate van overeenstemming, behalve over het vaste voorzitterschap. Maar ik denk dat op alle wezenlijke punten een oplossing is te bereiken.”
Volgens de Nederlandse delegatie is Giscard te kennen gegeven dat hij op de Europese top van Thessaloniki op 20 en 21 juni het resultaat van de Conventie moet presenteren. Een extra top eind juni is van de baan. Daarna kan een apart overleg van regeringsleiders daar dit jaar of begin volgend jaar overeenstemming over vinden.