„Buren kunnen elkaar ’t leven zo zuur maken”
APELDOORN – Ze proberen kijvende buren nader tot elkaar te brengen. Buurtbemiddelaars boeken in 65 procent van de ruzies succes, bleek deze week. Bemiddelaar Carola Albers uit Apeldoorn: „Mensen kunnen elkaar het leven zó zuur maken.”
Verontwaardigd was de oudere vrouw uit Apeldoorn. Ze ergerde zich mateloos aan de nieuwe buren, een jong stel met kinderen. Eerder woonden er oudere mensen naast haar. Met hen kon ze het prima vinden. Die zetten voor haar de container langs de weg, knipten de heg en legden haar geen strobreed in de weg. Met de komst van de nieuwe buren was het gedaan met de rust. Stapeldol werd ze van de muziek die hun kinderen maakten. Dat ging maar door.
In de keuken in haar woning in Apeldoorn schetst Carola Albers, coördinator bij het Apeldoornse Bureau Buurtbemiddeling, een van de conflicten waarbij ze betrokken was.
De oude vrouw en het jonge gezin gingen om de tafel, samen met twee buurtbemiddelaars. De lucht klaarde snel op. „In zo’n gesprek moet je beide partijen even de tijd geven om hun gal te spuwen. Het bleek dat de jonge ouders allebei werkten en eigenlijk niet veel aan hun oudere buurvrouw dachten. Een beetje naïef dus. Aan de andere kant bleek de oudere buurvrouw erg verwend te zijn door haar vroegere buren. De nieuwe buren gaven aan dat ze best bereid waren om de container voor de oude vrouw aan de straat te zetten. Ook werden er afspraken gemaakt over de tijden waarop de kinderen hun instrumenten zouden bespelen. Een van de kinderen bleek op een kerkkoor te zitten. Dat had de interesse van de oudere buurvrouw. Ze zou een keer bij een repetitie gaan kijken.”
Buurtbemiddeling zet zoden aan de dijk. Van de 7600 burenruziezaken die vorig jaar werden behandeld, is 65 procent opgelost. Dat meldde het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) deze week. In 160 gemeenten kunnen mensen om buurtbemiddeling vragen.
Onder meer blaffende honden, rondhangende jongeren en radio’s die keihard aanstaan kunnen leiden tot schrijnende conflicten. Buurtbemiddelaars gaan op neutraal terrein het gesprek aan met de partijen, meestal op initiatief van de politie, een woningcorporatie of de klager zelf.
Gebrek aan communicatie is vaak de kiem van de ellende, weet Albers, die twee jaar als vrijwilliger bemiddelde in burenruzies in Apeldoorn en sinds kort de buurtbemiddeling coördineert via de Stichting Wisselwerk. „Een conflict begint vaak met iets heel kleins. Mensen spreken de buren niet aan over hun ergernis, ze zijn bang voor een agressieve reactie. Daarbij komt dat het de toon is die de muziek maakt. Als je zegt: „Ik word knettergek van die rothond”, klinkt dat anders dan: „Ik vind het zo vervelend dat jullie hond, als jullie niet thuis zijn, zo’n lawaai maakt.”
Soms kunnen burenruzies „ingewikkeld” zijn, ook vanwege culturele verschillen. „Een ingetogen Oost-Europese vrouw en een uitbundige Somalische vrouw, die allebei zevenhoog op een galerijflat wonen, kregen ruzie. De Oost-Europese vrouw zette allerlei bakjes met plantjes op het balkon, keurig op een rij. De vele nogal luidruchtige, vaak jonge familieleden van de Somalische vrouw liepen langs die plantenbakjes, waardoor die verschoven. De Oost-Europese vrouw wilde dat de familie van haar buurvrouw voortaan niet met de lift, maar via een buitentrap naar boven zouden komen, zodat ze niet meer langs de plantenbakjes liepen. Dat was een onzinnig voorstel.
Uiteindelijk konden ze overeenkomen dat de Afrikaanse vrouw haar familieleden zou waarschuwen niet te veel lawaai te maken. De Oost-Europese vrouw zou haar plantjes wat minder ver op het balkon zetten. Het meest belangrijk vond ik dat de vrouwen afspraken dat ze elkaar persoonlijk zouden aanspreken als er weer problemen zouden ontstaan.”
De verhoudingen kunnen zo verstoord zijn dat een bemiddelingsgesprek niet helpt. „Soms ga je met een knoop in je maag weg na een gesprek. Wat kunnen mensen elkaar het leven zuur maken. Een man met een uitkering was boos omdat zijn buurman hem continu belasterde. Die buurman vertelde in de buurt dat de man maar op zijn luie achterwerk zat. Terwijl die man serieus ziek was. Het conflict escaleerde toen de lasterende buurman een stoepje maakte dat half op het terrein van de ander kwam te liggen. Een bemiddelingsgesprek baatte niet.”
Buurtbemiddeling is „dankbaar” werk. „Mensen vinden het prettig dat je als vrijwilliger in alle rust hun verhaal aanhoort. Ze zijn vaak behoorlijk ten einde raad. Samen probeer je oplossingen te verzinnen. Bijvoorbeeld door de hond niet alleen thuis achter te laten. Vaak komen buren tot elkaar en vinden ze het eigenlijk vreselijk dat ze er een bemiddelingsgesprek kwam.”