Commentaar: Vergeven kost veel, maar verrijkt ook
Vergeven is moeilijk. Zeker wanneer de ander onherstelbare schade heeft aangericht. Je zult je kind maar verliezen doordat iemand met alcohol op is gaan autorijden. Je leven zal maar zijn geruïneerd doordat een oom of je vader zich jarenlang aan je heeft vergrepen. Je zult maar worstelen met trauma’s doordat je betrokken bent geraakt bij een gewelddadige roofoverval. Dan is vergeven gemakkelijker gezegd dan gedaan. De druk om te moeten vergeven kan zelfs nog meer psychische schade aanrichten.
Toch is vergeven een Bijbelse opdracht. We bidden met het Onze Vader: „Vergeef ons onze schulden gelijk ook wij vergeven onze schuldnaren.” En Jezus roept zelfs op om zeventigmaal zevenmaal te vergeven.
Voor sommige mensen is dit een onmogelijke opdracht, is het te veel gevraagd om de dader die zijn of haar leven verwoestte van harte te vergeven. Het gevaar is dan dat we Jezus’ opdracht als niet haalbaar naast ons neerleggen.
De keerzijde is dat we pastorale brokken maken door ons niet in de situatie van het slachtoffer in te leven en te snel aan te sturen op vergeving. Het is belangrijk dat we erkennen dat slachtoffers terechte gevoelens van boosheid en wrok hebben. Vergeven begint met de erkenning dat de ander fout was. Vergeven is niet verdoezelen of ontkennen, maar juist onder ogen zien. Het kwaad moet worden benoemd en veroordeeld.
Zoals alle geboden van God is ook het gebod om te vergeven heilzaam. Wie echter wrok blijft koesteren vergiftigt op den duur zichzelf. Psychologen geven dat ook aan. In 2003 werd in Amerika een conferentie gehouden voor psychologen en psychiaters over ”Vergeving”. Hun conclusie was: mensen die hun woede kunnen overwinnen en hun haat en wrok kunnen loslaten, hebben veel minder last van lichamelijke klachten en depressies.
Toen Nelson Mandela na een ballingschap van 27 jaar werd vrijgelaten, kwam hij niet als een gebroken, verbitterde man tevoorschijn, maar als een fiere, krachtige persoonlijkheid. Het geheim zat in vergeving: „Als je haat, geef je je vijand je hart en je gedachten. Geef ze niet weg aan een ander.”
Om te kunnen vergeven, is in de eerste plaats genade nodig. Het kost vaak veel moed en zelfverloochening om daadwerkelijk en oprecht tot vergeven te komen. Daarbij kan professionele hulp een niet te onderschatten rol spelen. Bemiddelaar Francis Bakker zit regelmatig met daders en slachtoffers aan één tafel. Ze boekt daarbij positieve resultaten. Niet alleen zien de daders welke gevolgen hun gedrag heeft gehad in het leven van anderen, voor de slachtoffers verliest de dader zijn monsterlijke karakter. Want als er niets gebeurt zal het beeld dat het slachtoffer van de dader heeft alleen maar verharden, weet Bakker uit ervaring. Contact met de dader helpt om hem weer als medemens te zien. En alleen als dat het geval is, is er een mogelijkheid tot vergeving.
Soms wordt gezegd dat je alleen hoeft te vergeven als de dader daarom vraagt. Maar dat zou betekenen dat slachtoffers in de meeste gevallen levenslang met de gevolgen (emotioneel, psychisch, lichamelijk) blijven zitten – daders komen immers lang niet altijd tot inkeer. Toch is ook in die gevallen vergeving mogelijk, als onafhankelijke daad. Het Griekse woord voor vergeven is ”afiemi”, dat letterlijk losmaken of loslaten betekent. Door te vergeven ziet het slachtoffer af van wraak en verbreekt hij de band die hem aan de dader kluistert. Tegelijk ontstaat er dan ruimte om de vergelding over te laten aan God, Die gezegd heeft: „Wreekt uzelven niet, beminden, maar geeft den toorn plaats; want er is geschreven: Mij komt de wraak toe; Ik zal het vergelden, zegt de Heere.” Dat biedt troost en geeft uitzicht om verder te leven.