„Ik heb mij enigszins verbaasd over het vonnis en dat is een understatement”, aldus de minister. De uitspraak is opmerkelijk, omdat politici hun mening over rechterlijke uitspraken meestal niet uiten. Via een woordvoerder bevestigde Remkes woensdag dat hij dit heeft gezegd.

Premier Balkenende vindt het onderwerp vooralsnog „te precair” om erop in te gaan. Vanuit Athene, waar hij de Europese top bijwoont, zei hij een reactie „niet verstandig” te vinden.

Fractievoorzitter Halsema van GroenLinks had woensdag geen goed woord over voor de uitspraken van Remkes. Volgens haar heeft een bewindspersoon zich niet te bemoeien met de vonnissen van de rechterlijke macht. „Hij beïnvloedt op deze manier de rechter en dat vind ik kwalijk.” Haar fractiegenote Vos wil van het kabinet weten wat het van de uitlatingen van Remkes vindt.

Remkes heeft „duidelijk voor zijn beurt gesproken”, vindt Tweede-Kamerlid Albayrak (PvdA). De wetgever moet zich niet uitspreken over individuele strafzaken voordat de laatste rechter erover geoordeeld heeft. Het risico bestaat nu volgens haar dat de rechters in hoger beroep de uitspraken van Remkes laten meewegen in hun oordeel.

Het SP-Tweede Kamerlid De Wit maakt zich er minder druk om. „Ik vind dat Remkes geen ongeoorloofde dingen heeft gedaan. Hij heeft zijn mening gegeven, in redelijk neutrale bewoordingen.”

Ook CDA’er Van Haersma Buma vindt dat Remkes binnen de perken is gebleven. „Ieder zijn opvatting. Mijn opvatting is om me er niet over uit te laten. Maar ik constateer wel dat het OM ook twijfel heeft over de hoogte van de straf.” Het openbaar ministerie liet dinsdagavond weten in hoger beroep te gaan tegen de uitspraak van de rechtbank.