„Zuiver onderzoek naar vrije wil”
UTRECHT – Als filosoof moet je het methodologisch atheïsme volgen, anders is het geen zuiver onderzoek.
Dat stelt de Utrechtse filosoof Thomas Müller, aan wie een Europese subsidie van 1,5 miljoen euro is toegekend. Van dat geld gaat Müller samen met drie onderzoekers een vijfjarig project starten, waarbij de begrippen „indeterminisme”, „interventie” en „vrije wil” worden onderzocht. Door te laten zien hoe deze noties in het begrip van een experiment samenkomen, hoopt hij een helderder beeld van de vrije wil in een natuurkundig wereldbeeld te schetsen.
Müller: „Vrije wil is een thema dat altijd een heel belangrijke rol heeft gespeeld. Er bestaat meningsverschil over de vraag of het begrip al in de Griekse Oudheid voorkomt. In het christendom is het dilemma vaak: als mensen kunnen kiezen voor het slechte, hoe valt dit te rijmen met een goede God? In de Middeleeuwen is hier diep over nagedacht.”
Zelf is hij niet van plan theologische thema’s bij zijn onderzoek te betrekken. „Daar gaat mijn project niet over. Ik ken wel filosofen die theologische gedachtenexperimenten doen. Bijvoorbeeld: als God alles weet, wat betekent dat dan voor mijn theorie? Maar dan betrekken ze God niet in hun denken vanuit een theologische invalshoek, maar vanuit een filosofisch gedachtenexperiment. Zelf houd ik me hier niet mee bezig.”
Wel stelt Müller vast dat de oude vragen over theodicee (godsregering) en determinisme in andere vorm in de moderne tijd weer terugkomen. „In feite draait het om de vraag: hoe vind je een plek voor jezelf als mens? Wat vroeger de theologie was, is voor veel mensen nu een natuurkundig wereldbeeld. In beide opvattingen kunnen de vragen naar determinisme en verantwoordelijkheid dicht bij elkaar liggen. Als je zegt: Ik schop iemand onder de bus, heet het in theologische termen: waarom laat God dit toe? Maar je kunt ook zeggen: waarom is dat slecht als dat alleen maar een kwestie van natuurkunde is?”