Aanvankelijk was het de bedoeling Di Rupo maandag al naar het koninklijk paleis zou gaan, waar de vorst hem tot formateur zou benoemen. Maar een dag extra onderhandelen bleek onvoldoende om de zeven partijen die betrokken zijn bij de kabinetsformatie op één lijn te krijgen. Vooral tussen de Vlaamse-nationalistische N-VA, de grote winnaar van de verkiezingen van 13 juni, en de Franstalige partijen lijkt de kloof nog diep.

De besprekingen in België gaan tussen de Vlaamse en Franstalige socialisten, christendemocraten en groenen plus de N-VA. Volgens Belgische media zijn de partijen elkaar de afgelopen dagen genaderd over een nieuwe staatshervorming, die de deelregeringen in Vlaanderen en Wallonië meer macht moet geven. Er zou voor circa 15 miljard euro aan federale bevoegdheden worden overgeheveld naar de regio’s. Meer regionale autonomie is vooral een Vlaamse eis.

Ook over een splitsing van de tweetalige kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde zou sprake zijn van toenadering. De Vlaamse partijen willen die splitsing om ervoor te zorgen dat Franstalige inwoners van de Vlaamse stadjes en dorpen rond Brussel niet langer op een Franstalige lijst kunnen stemmen. De kwestie Brussel-Halle-Vilvoorde zorgt al sinds de jaren ‘60 voor conflicten in de Belgische politiek. Ze was ook de oorzaak van de val van de regering-Leterme in april.

Maar de N-VA is nog niet tevreden over het pakket dat op tafel ligt. Zij wil onder meer dat de deelregeringen niet alleen taken van de federale regering kunnen overnemen, maar daarbij ook meer eigen beleidsruimte toebedeeld krijgen.

Di Rupo had dinsdag een onderhoud onder vier ogen met N-VA-leider Bart De Wever. Volgens bronnen zou daarbij het vertrouwen tussen beiden enigszins hersteld zijn, nadat ze eerder een forse aanvaring hadden over de aanvullende eisen van de N-VA. Di Rupo, een Franstalige socialist, is de beoogde premier van het nieuwe kabinet. De Wever ambieert die functie niet.