- 25 januari: Drie zelfmoordbommen gaan af bij hotels in Bagdad. Zeker 36 mensen komen om het leven. Al-Qaeda eist de verantwoordelijkheid op.

- 1 februari: Een vrouwelijke zelfmoordenaar blaast zichzelf op tussen sjiitische pelgrims, die zich hebben verzameld om naar Kerbala te gaan voor een rituele bijeenkomst. Zeker 41 mensen sterven, meer dan honderd mensen raken gewond.

- 23 april: Dertien bommen gaan af op verschillende locaties in Bagdad. De meeste zijn geplaatst rond sjiitische moskeeën. De bom bij een markt leidt tot 56 doden.

- 10 maart: Twee bomauto’s rijden in op de ingang van een textielfabriek in Hilla, 60 kilometer ten zuiden van de hoofdstad. Zeker 35 doden en 136 gewonden. Kort daarvoor komen dertien mensen om in al-Suwayra, 50 kilometer ten zuidoosten, doordat een zelfmoordenaar en een bomauto exploderen. In totaal sterven door aanslagen deze dag 125 mensen.

- 18 juli: Zeker 39 aanhangers van een Soennitische militie sterven als een zelfmoordenaar zich opblaast in het zuidwesten van Bagdad. De leden van de zogeheten Sahwa-militie stonden in de rij om hun loon te ontvangen.

- 7 augustus: Tot wel 45 mensen sterven als twee of drie bommen afgaan op een markt in de zuidelijke stad Basra.

- 17 augustus: Een aanslag bij een wervingskantoor van het leger in het centrum van Bagdad leidt tot tientallen doden en gewonden.