Vanaf zijn 7e had Van Veldhuizen les van Ad Hoogendoorn. „Hij was toen organist en ik mocht wel eens voor en na de dienst spelen. Geleidelijk liet hij me vaker tijdens de dienst spelen en in de zomer van 1985 volgde ik Hoogendoorn op. Het was best spannend, want het eenklaviers orgeltje stond op de galerij, zodat de mensen me letterlijk op mijn vingers keken tijdens het spelen.”

Later volgde Van Veldhuizen lessen bij Evert van der Veen. Wat hij het mooie vindt aan het begeleiden van de gemeentezang? „Ik vind het mijn taak als organist om met het orgelspel de tekst van de psalmen te ondersteunen. Zo probeer ik de gemeente bewust te maken van wat ze zingt. Toen we in 1994 het nieuwe orgel van Hendrikse & Reitsema kregen, kreeg ik meer mogelijkheden om met het orgel te vertolken wat er in de psalm is geschreven.”

Voor zijn taak in de eredienst maakt Van Veldhuizen gebruik van koraalbewerkingen van Cor van Dijk, Pieter Heykoop, Jan Zwart en Feike Asma. „Ik vind het belangrijk dat de muziek past bij de stijl van de gemeente. Een van de mooiste bewerkingen vind ik Psalm 134 van J. Foks. Tijdens de dienst gebruik ik verschillende koraalboeken, waaronder die van Worp, Willem Hendrik Zwart en Cor van Dijk. Na de dienst speel ik vaak een koraal, waarmee ik de inhoud van de preek probeer te onderstrepen.”

Wat hij nu anders doet dan 25 jaar geleden? „Toen ik als 11-jarige begon, had ik alleen het koraalboek van Drenth op de plank. Hoewel ik in de loop van de jaren meer vaardigheden heb ontwikkeld, houd ik het meest van muziek met niet te veel opsmuk, waarin de psalm herkenbaar is.”