De afgelopen weken waren er al diverse macro-economische cijfers die aantoonden dat de grootste economie van de wereld allerminst soepel draait. Zo viel de krimp op de banenmarkt veel hoger uit dan verwacht en blijft het werkloosheidspercentage onder de beroepsbevolking halsstarrig in de buurt van de 10 procent. Het Amerikaanse stelsel van centrale banken waarschuwde dinsdagavond dat het herstel van de Amerikaanse economie de laatste maanden is afgezwakt en de komende maanden bescheidener zal zijn dan verwacht.

In Europa gaat het ogenschijnlijk een stuk beter. Waar een paar maanden geleden nog het ergste werd gevreesd voor de stabiliteit vanwege de schuldencrisis in een aantal Zuid-Europese landen, lijkt de weg naar boven ingeslagen. Afgelopen vrijdag presenteerde een aantal landen, waaronder Nederland en Duitsland, de groeicijfers over het tweede kwartaal. Het Nederlandse bruto binnenlands product groeide met 0,9 procent ten opzichte van het eerste kwartaal en met 2,1 procent ten opzichte van het tweede kwartaal van 2009. „Uit deze cijfers kunnen we concluderen dat er geen enkele aanwijzing is voor een ‘doubledip-recessie”, zei econoom Symon Algera van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Ondanks de positieve ontwikkeling van de Nederlandse economie vindt demissionair minister van Financiën Jan Kees de Jager dat voorzichtigheid geboden blijft. „We zien namelijk dat de wereldwijde economie lijkt af te zwakken. Daarnaast verkeert een aantal Zuid-Europese economieën nog steeds in een recessie. Al deze ontwikkelingen kunnen de economische groei in Nederland de komende tijd nog flink beïnvloeden. Er zijn al tekenen die wijzen op lagere groei in de tweede helft van dit jaar”, aldus De Jager vrijdag.

Nu de rapportage van halfjaarcijfers in Nederland bijna achter de rug is, zal de aandacht vooral uitgaan naar die ‘tekenen’. Het gaat de komende week met name om donderdag. Dan komt de stand van de Amerikaanse index van leidende indicatoren naar buiten alsmede het aantal eerste wekelijkse uitkeringsaanvragen.