„Ik zie wolken en lucht, wat is alles mooi!”
KOOTWIJKERBROEK – „Géld. Mag ik wat géld alstublieft!” Bartimeüs bedelt om te kunnen leven. In Kootwijkerbroek wordt tijdens de Vakantie Bijbel Week het verhaal aanschouwelijk verbeeld. De activiteiten –zingen, vertellen, poppenkast, spelletjes, knutselen– zijn erop gericht rand- en buitenkerkelijke kinderen in aanraking te brengen met het Evangelie.
Met een donkere zonnenbril op loopt ‘Bartimeüs’ tastend over het podium. Tastend, want hij kan niet zien. Dan hoort de blinde Bartimeüs voetstappen. Het blijkt een grote groep mensen te zijn. Alle kinderen in de zaal stampen met hun voeten, om het geluid na te doen. En Bartimeüs roept: „Jézus, Zoon van David! Luister naar mij!” Mensen om hem heen zeggen: „Hou toch je mond”. Maar Bartimeüs denkt: „Snappen de mensen dan niet ik bij Jezus wil komen? Ik ga nog harder roepen hoor!”
Bartimeüs wordt door de Heiland genezen. Vol verwondering slaat hij zijn ogen op. „O, ik kan zien! Ik zie de Heere Jezus, ik zie een hele grote groep mensen, ik zie de wolken, de lucht! Wat is alles mooi! Maar het allermooiste zijn de ogen van de Heere Jezus, want die hebben mij gezien.”
En weet je, zegt Bartimeüs aan het eind van het verhaal van zijn genezing, „de Heere Jezus is er niet alleen voor mij, maar ook voor jou, en voor jou, en voor jou.”
Dezer dagen vindt op veel plaatsen in Nederland de Vakantie Bijbel Week (VBW) plaats. De hervormde gemeente van Kootwijkerbroek organiseerde haar VBW op dinsdag, woensdag en donderdag.
Huifkarren rijden ’s morgens het dorp in. De kinderen stappen op bij een vaste halte. Veel andere kinderen komen met de fiets naar Manege Voorwaarts, waar de activiteiten plaatsvinden. En uit Stroe worden ze met een grote bus opgehaald. „Er komen zo’n 300 kinderen”, schat lid van de stuurgroep Bart Lagerweij, die de pr regelt. „Bij aankomst op de eerste dag worden de kinderen in groepjes gedeeld. Ze zitten de drie dagen in eenzelfde groepje, met een vaste groepsleider en twee helpers. Er zijn 120 tot 130 vrijwilligers bij onze Vakantie Bijbel Week betrokken.”
De VBW in Kootwijkerbroek gebruikt materiaal van de Hervormd-Gereformeerde Jeugdbond. Het landelijk thema is ”Stel je voor…!” In de begeleidende gids voor leidinggevenden wordt het thema toegelicht. „Als je met iemand kennismaakt, stel je je aan elkaar voor. Je begint dan met de naam. Als de kennismaking op het werk is, vertel je bijvoorbeeld daarna welke functie je hebt. (…) Als je elkaar wat vaker ziet, leer je elkaar nóg beter kennen doordat je elkaar nog meer vragen stelt en elkaar dingen vertelt: je hobby’s, je opleiding, je familie, vrienden, waar je hebt gewerkt, of je kinderen hebt, enz. Eigenlijk gebeurt hetzelfde in de Bijbel: stapje voor stapje leren we God kennen, die Zich openbaart als de Schepper van hemel en aarde, we leren Zijn Naam kennen: ”Ik ben erbij” en we horen van Zijn daden, wonderen en spreken.”
Op woensdagmorgen geeft de plaatselijke predikant ds. P. J. den Admirant blijk van zijn belangstelling. Hij woont enkele activiteiten bij. Lagerweij: „Je wilt randkerkelijken met deze VBW bereiken, dat is de doelgroep. De meeste kinderen, zo’n 80 procent, is uit de eigen gemeente afkomstig. De andere 20 procent komt van buiten onze gemeente. Komende zondag wordt in de dienst aandacht aan de VBW besteed. De kinderen mogen dan voorin zitten, en er wordt ingegaan op het thema.”
Ook in de tent van 10- tot 12-jarigen wordt het Evangelie aanschouwelijk gebracht. Een meisje begrijpt niet hoe Jezus Zichzelf „de Weg, de Waarheid en het Leven” kan noemen. Als mens kun je toch geen „weg” zijn? De tekst wordt uitgelegd aan de hand van een rood-wit lint, dat door vier kinderen wordt vastgehouden. Een geblinddoekt meisje raakt langs het lint de weg niet kwijt.
Voordat de kinderen met verf oude caravans mogen bespuiten en beschilderen, kiezen ze wat ze de volgende dag willen gaan doen. Er valt te kiezen uit vier activiteiten, die alle met tromgeroffel worden aangekondigd. Het groene papier staat voor survival. „Als je die kiest moet je kleren met lange mouwen en een lange broek aandoen.” Wie rood kiest, krijgt een metselworkshop. „Altijd al metselaar willen worden? Je gaat leren metselen met een échte metselaar.” Blauw staat voor shadow-painting. „Je maakt een portret van jezelf met allerlei materiaal, met verf en stickers en zo.” Geel betekent een schatkistje maken, een „heel mooi klein schatkistje.”
Op de derde dag is er onder meer ”knabbel en babbel”. Kinderen praten met elkaar over het dagthema ”Noem een goede eigenschap” (naar aanleiding van Markus 1:40-45), terwijl ze iets nuttigen. „We hebben deze activiteiten bewust op de derde dag gepland”, zegt Lagerweij. „De kinderen zijn dan vertrouwder met elkaar, en zullen eerder een gesprekje voeren.”