Binnenland

Zwakke leerlingen te weinig geholpen

Op bijna de helft van het aantal basisscholen krijgen zwakke leerlingen niet de extra hulp die zij nodig hebben. De oorzaken zijn: te grote klassen, gebrek aan leermiddelen, geen tijd en organisatieproblemen. De scholen in Engeland scoren op dit punt beter.

Onderwijsredactie
16 April 2003 09:18Gewijzigd op 14 November 2020 00:16

Dat blijkt uit het Onderwijsverslag 2002 van de inspectie. Inspecteur-generaal mr. drs. C. Kervezee bood het woensdagmorgen aan minister Van der Hoeven van Onderwijs aan.

Op slechts 55 tot 60 procent van de basisscholen voldoet de leerlingenzorg aan de vereiste kwaliteit. Een van de oorzaken is dat juist leraren die met leerlingenzorg belast zijn, vaak moeten invallen in een klas.

Scholen voor speciaal basisonderwijs bieden hun leerlingen een veilig klimaat, maar werken veelal met verouderd lesmateriaal. Deze groep scholen is voor uitgevers commercieel niet interessant. Daarom moet de overheid de productie van nieuw materiaal stimuleren, aldus de inspectie. Driekwart van de speciale basisscholen heeft onvoldoende zicht op de prestaties en vorderingen van hun leerlingen.

Het lerarentekort zal de komende jaren nog verder groeien. Het is het grootst op zwakke basisscholen, in het speciaal basisonderwijs en in het vmbo. De komende drie, vier jaar zijn 53.000 nieuwe leraren nodig. De reguliere opleidingen leveren minder dan eenderde van het benodigde personeel.

Zijinstromers en onderwijsassistenten verzachten de druk. Ze worden via meer dan 300 verschillende studieroutes klaargestoomd voor een baan in het onderwijs. De kwaliteit en de versnippering van het opleidingsaanbod baren zorg, aldus de inspectie.

De leerlingenzorg is op reformatorische scholen gemiddeld beter dan op andere scholen. Dit komt waarschijnlijk door de invloed van de eigen schoolbegeleidingsdienst, de BGS. Daarentegen scoort het didactisch handelen van leerkrachten op reformatorische scholen lager dan gemiddeld. Ook is het pedagogisch klimaat minder uitdagend, volgens het Onderwijsverslag.

De reformatorische onderwijsorganisaties VGS en BGS roepen hun scholen op aan de slag te gaan met nieuwe didactische werkvormen. „De leerlingen moeten niet alleen stil zijn, maar ook bij de les betrokken zijn”, aldus hun reactie op het verslag.

De inspectie constateert dat de reformatorische basisscholen de landelijke kerndoelen -wat de leerlingen in groep 8 moeten kennen en kunnen- onvoldoende halen. Volgens VGS en BGS is dit vooral te wijten aan de taalmethode ”Tong en teken”. De huidige versie wordt herzien. Daarna zal naar verwachting het probleem grotendeels verholpen zijn.

In het vmbo groeit de didactische kloof tussen de beroepsvoorbereidende vakken, die steeds praktischer worden, en de algemene vakken. De inspectie constateert nog nauwelijks een integratie van die twee. In de bovenbouw van havo/vwo -de tweede fase- laat de samenhang tussen de verschillende vakken binnen één profiel te wensen over.

In het hoger onderwijs is vorig jaar het bachelor/mastermodelvan start gegaan. Volgens de inspectie zijn de universiteiten verder met de invoering ervan dan de hogescholen.

In de inleiding op het jaarverslag maakt inspecteur-generaal Kervezee zich zorgen over spijbelaars en drop-outs. De meeste van hen komen uit het vmbo. Het klimaat bij dit onderwijstype is agressief en het lerarentekort tikt er hard aan. Een systeem dat vroeg waarschuwt voor misstanden, onder meer een zorgvuldige verzuimregistratie, moet ervoor zorgen dat scholen voorkomen dat leerlingen vroegtijdig uitvallen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer