„Wij houden niet van die Tupperwarebootjes”
OSSENZIJL – Ze varen voor hun rust. Paul en Kitty IJsselmuiden uit Joure houden niet van jachtige bootgasten „die van brug naar brug knallen.”
De ontvangst is hartelijk op de Catharina, de motorboot van het Friese echtpaar. Paul zet meteen koffie en koek op het tafeltje. De regen tikt deze dinsdag begin augustus op het zeil dat over de achterkant van de boot is gespannen. De boot ligt afgemeerd langs de vaart tussen Kalenberg en Ossenzijl, in de Weerribben. Pal naast het water loopt een smal asfaltpad dat over bruggetjes en langs rietlanden voert. „Je kunt hier fantastisch fietsen”, zegt Paul, wijzend naar hun vouwfietsen.
De twee zijn een krappe week onderweg. Vanuit Joure voeren ze via Heerenveen richting de Weerribben. Steenwijk staat nog op het programma. Paul: „We varen zo’n vier uur per dag. Als het regent, liggen we liever stil. Dan is varen niet zo plezierig.”
Al tientallen jaren gaan de Friezen het water op, vooral in de noordelijke provincies. Paul, voorheen werkzaam als technicus bij energiebedrijf Nuon: „Lekker de wind door je haren laten waaien. Ik geniet van de natuur en verwonder me erover dat alles in de natuur op elkaar is ingesteld.”
Kitty: „Varen is relaxed. Wij wonen in het drukke centrum van Joure, vlak bij een jachthaven. Dan is het: inpakken, wegwezen en varen.”
Bij langere trips reizen ze tussentijds even naar Joure, om bijvoorbeeld „het gras te maaien.” Kitty: „Dan gaan we met de bus naar huis. Dat noemen we ons schoolreisje.”
Van de plaatsen die ze aandoen, maakt Paul potloodtekeningen. Hij slaat zijn schetsboek open en toont wat impressies. Op een van de tekeningen grazen paarden in de wei langs het water.
De Catharina, vernoemd naar Kitty, is gemaakt van aluminium. Paul: „De boot is helemaal geklonken. Het is vroeger een reddingssloep geweest. De boot voer mee met oceaanstomers.” Kitty: „Wij houden van eerlijke materialen. We hebben niets met die Tupperwarebootjes.”
In vroeger tijden gingen ook de kinderen mee het water op. „Dan namen we tentjes mee en sleepten we een zeilbootje en een kano achter ons aan. Zo maakten we een kampementje.”
Vervelend op het water zijn jachtige schippers, vinden de Friezen. Paul: „Nogal wat mensen varen te hard. Vakantiegangers op de huurvloot zitten normaal in de auto. Daarvan ligt de snelheid natuurlijk veel hoger. Op het water knallen ze van brug naar brug. Als we afgemeerd liggen, worden we door de sterke golfslag soms bij wijze van spreken bijna losgetrokken.” Kitty: „Je moet op het water geen ADHD hebben.”
Averij op het water kan knap lastig zijn, weten Paul en Kitty. Ooit verloren ze bij Heerenveen de schroef. Kitty: „Dat was een barre nacht. We lagen afgemeerd onder een vierbaansweg. Je hoorde continu auto’s boven je rijden.”
Varend Nederland zoekt deze weken massaal het water op. Deel 5 in een serie.