Een advocaat met MS kijkt om zich heen
Titel:
”Spelen met vuur. Een advocaat met MS kijkt om zich heen”
Auteur: Chris Veraart
Uitgeverij: Bzztôh, ’s-Gravenhage, 2003
ISBN 90 453 0072 9
Pagina’s: 160
Prijs: € 15,-. Chris Veraart is een boeiend mens. Zedenadvocaat, MS-patiënt, agnost, waarnemer, schrijver. Onlangs verscheen de derde pennenvrucht van zijn hand: ”Spelen met vuur. Een advocaat met MS kijkt om zich heen”.
Om zich heen kijken, waarnemen is inderdaad de sterke kant van Veraart in zijn nieuwe bundel. De losse verhalen voeren de lezer door het leven van een intelligent, wat bleu jongetje uit een katholiek gezin, die werd wat hij is: de roemruchte advocaat die vermeende verkrachtingen van hun mythe ontdeed; maar ook de vijftiger met MS die in zijn vrijstaande huis aan de rand van het Noord-Hollandse Bergen woont. Alleen? Vaak. Eenzaam? Zelden.
Humor voert de boventoon in het boekje. Het zijn fragmenten uit Veraarts leven, in een uiterst bondige, pittige stijl. Dwars door elkaar heen dingen uit zijn jeugd en belevenissen uit het heden. „”Heb jij dat geschreven?” vraagt zij. Bedremmeld knik ik ja. „Dat is een heel vies rijmpje”, zegt zij. Ik geef haar weer gelijk. Want het is zo’n vies rijmpje, dat ik het mijn hele leven heb onthouden.”
De flaptekst van ”Spelen met vuur” belooft naast de verhalen uit de advocatenpraktijk de jeugdherinneringen en verhalen over de ontluikende seksualiteit van Veraart. Dat laatste heeft de auteur redelijk beperkt gehouden - behalve dan een wat bedremmeld opschrijven van zijn eerste masturbatie. Verder dan wat omfloerste, verpakte erotiek, met een vleugje Veraart-humor komt hij niet. Veel moderne literatoren zouden er een voorbeeld aan kunnen nemen.
Een heel enkele keer nog refereert Veraart aan vermeende verkrachtingszaken, die hij in zijn eerste boek, ”Valse zeden”, op schokkende wijze beschreef. Vaker komen nu voorvallen uit zijn leven met de spierziekte MS naar voren. In galgenhumor gedrenkt. Bijvoorbeeld als hij ten val komt wanneer hij wijn haalt voor zijn vriend Hendrik, die er nog niet is. „In ieder geval kan de wijn nu op temperatuur komen.” Nadat zijn halsalarm de hulp heeft gemobiliseerd, komt zijn vriend. „Hendrik heeft geen trek in wijn. Hij drinkt twee pilsjes.”
Haast dichterlijk beschrijft de advocaat -die alleen nog met zijn (spraak)computer kan schrijven- zijn ziekte. „Opeens voel ik het vannacht/ heel duidelijk voor het eerst in mijn leven/ ik ben alleen lichaam/ alleen lijf/ ik word begrensd/ door dat lijf/ als een huls/ als een zak/ ik kan er niet uit/ ik zit erin gevangen/ het is als een muur om me heen/ het isoleert me/ het maakt me alleen/ (…)Niemand kan voelen wat zich daarbinnen afspeelt/ de oorlog die daar woedt/ het slopen van de draden die mijn lichaam besturen” Of: „De Volkskrant Zaterdagmorgen/ een extra dikke krant/ Ha fijn, een hele pagina over MS/ Met een mooie gekleurde tekening/ Zij hebben alleen nog geen medicijn gevonden/ Het was wel een mooi artikel/ Dat wel.”
Veraart laat zien dat een mens met een (spier)ziekte heel wat kan doen. Humor maakt het de patiënt -dat is iemand met een ziekte toch- gemakkelijker. Jammer dat Veraart zijn met sympathie beschreven oorspronkelijke geloofsovertuiging heeft losgelaten. Want God loslaten, dat is echt spelen met vuur.