Iraanse legt ‘bekentenis’ af op tv
TEHERAN (ANP) – De Iraanse staatstelevisie heeft beelden uitgezonden van een wegens overspel tot steniging veroordeelde vrouw, die volgens de zender een bekentenis aflegt. In de uitzending geeft Sakineh Mohammadi Ashtiani toe dat ze medeplichtig is aan de moord op haar echtgenoot, berichtte de BBC donderdag.
Verder verwijt ze haar advocaat Mohammad Mostafaie, die vanwege de zaak naar Noorwegen is gevlucht, de kwestie in de openbaarheid te hebben gebracht.
Tijdens de uitzending kwam de steniging niet ter sprake. Ook werd op tv niet van overspel gerept, maar werd de aandacht vooral gericht op de beschuldiging van medeplichtigheid aan de moord. Vorige week zei ze nog tegen de Britse krant The Guardian dat ze was vrijgesproken van de moord, „maar dat de man die mijn echtgenoot heeft vermoord achter de tralies is gezet, en niet ter dood is veroordeeld”.
Volgens een andere advocaat van Ashtiani is zij twee dagen lang in haar cel gemarteld om haar te dwingen tot een bekentenis. „Ze was flink in elkaar geslagen en gemarteld voordat ze accepteerde voor de camera te verschijnen.” De opname is gemaakt in de Tabriz-gevangenis, waar ze al vier jaar vastzit. Ashtiani verscheen woensdagavond op tv met een hoofddoek die een deel van haar gezicht bedekte. De beelden maakten deel uit van een politieke uitzending tegen „westerse propaganda”.
In het interview zei Ashtiani dat een man die ze kende had aangeboden haar echtgenoot te vermoorden en dat zij hem de misdaad liet uitvoeren. De Iraanse zou haar echtgenoot voor de moord, die in 2006 zou hebben plaatsgevonden, hebben geïnjecteerd met een substantie die hem bewusteloos maakte. Vervolgens elektrocuteerde de moordenaar hem.
Mensenrechtenactivisten vrezen dat de doodstraf nu mogelijk snel wordt uitgevoerd. De straf is naar verluidt omgezet in ophanging in plaats van steniging, na internationale ophef over de uitspraak vorige maand. Amnesty International liet weten dat zogenaamde bekentenissen vaker worden gebruikt door de autoriteiten om mensen te berechten. Volgens de mensenrechtenorganisatie is het vooral een teken dat er geen bewijs is.