Zendingsmiddag Doornspijk: „Getuigen van de Bron”
DOORNSPIJK – „Wat heeft Paulus in Korinthe gepredikt? Dat Christus gestorven is voor onze zonden en dat hij opgewekt is ten derde dage. Zo predikte Paulus de opstandingskracht van Christus.”
Dat zei ds. A. den Hartog woensdag op een zendingsmiddag in Doornspijk, belegd door de hersteld hervormde gemeente (hhg).
De predikant van de hhg te Maartensdijk gaf aan dat hij zelf evangelisatiewerk in Hoorn heeft mogen doen. „Daarbij was het steeds de vraag: Wat moet ik zeggen als ik aanbel en de deur gaat open? Wat moet ik verkondigen?”
Dat je getuige van Christus moet zijn en dat je Christus moet verkondigen, wist hij wel. „Maar wát moet ik van Christus zeggen? Daar raak je immers nooit over uitgesproken? Moet ik bij het genadeverbond beginnen of bij Zijn komst in de wereld? Of bij de wonderen die Hij gedaan heeft?”
Ds. Den Hartog nam Paulus’ spreken in 1 Korinthe 15:3 en 4 tot voorbeeld. „Dat Christus gestorven is voor onze zonden (…) en dat Hij opgewekt is (…). Naar de Schriften.” „Paulus heeft de opstandingskracht van Christus verkondigd. Die heeft hij ook eerst ontvangen, zegt hij. Paulus was naar Korinthe gestuurd, omdat God veel volk in deze goddeloze stad had. Tijdens de prediking van Paulus heeft het bloed van Christus op hun harten gedrupt.” Dat is nodig, aldus ds. Den Hartog, in Nederland, alsook in de zendingsgebieden in Malawi en Suriname.
Ds. D. Heemskerk, predikant van de hhg te Genemuiden, sprak over het zendingsbevel, naar aanleiding van Handelingen 1:8b. „Gij zult Mijn getuigen zijn, zo te Jeruzalem, als in geheel Judéa en Samaria, en tot aan het uiterste der aarde.”
Ds. Heemskerk: „Zendingswerk is een goddelijke roeping en een opdracht met een belofte. Het zendingsbevel ligt gewaarborgd in de belofte van God. We moeten niet getuige zijn van onszelf, maar van de eeuwige, onuitputtelijke Bron. We moeten van onszelf afwijzen en naar Hem heenwijzen. Van Hem moeten we getuigen zijn, getuige worden en getuige blijven. Hij draagt zorg dat Zijn werk zal voortgaan.”
Het arbeidsveld begon in Jeruzalem. „Het Evangelie is in deze boze en vijandige stad met kracht verkondigd en gezegend. Het heeft zich uitgebreid tot Judéa en Samaria en tot het uiterste der aarde. Niemand wordt van de prediking der verzoening uitgezonderd. Ook niet in Malawi en Suriname.”
De plaatselijke hersteld hervormde predikant, ds. A. J. Britstra, opende en sloot de middag vanuit Handelingen 19:20. „Alzo wies het Woord des Heeren met macht, en nam de overhand.”
Door de prediking kwamen mensen op de knieën, zei ds. Britstra. „Ze deden schuldbelijdenis en braken met hun vorige leven. De prediking werkt oprechte gehoorzaamheid aan het Woord, aan Wet en Evangelie. De vraag is of dat Woord ook in uw leven de overhand heeft gekregen.”