Duitsers vechten over dienstplicht
BERLIJN – Binnen de Duitse regering tekent zich een conflict af over de toekomst van de dienstplicht. De minister vindt de burgers in uniform lastig en duur. Maar zijn partijgenoten zien militaire dienst als een garantie voor een vreedzaam Duitsland.
Het was op een zondagmiddag in juni. Kanselier Merkel had alle ministers ontboden om van hen te horen hoe ze samen het recordbedrag van 80 miljard aan bezuinigingen zouden halen.
Minister van Defensie Karl-Theodor zu Guttenberg had eerder die week van kanselier Merkel de indruk gekregen dat zij een voorstel om de dienstplicht af te schaffen wel zou ondersteunen, zo schrijft het gezaghebbende weekblad Der Spiegel. Guttenberg lanceerde zijn plan, samen met een berekening hoeveel goedkoper het zou zijn als de Bundeswehr alleen nog met beroepssoldaten zou werken.
De 38-jarige edelman uit Beieren stuitte op een muur van verzet bij zijn eigen christendemocratische CSU en CDU. De liberale FDP-collega’s zijn al sinds jaar en dag voor een vrijwilligersleger, dus die verkneukelden zich op die zondagmiddag. Maar verkeersminister Ramsauer zou volgens Der Spiegel hebben gezegd: „Je kunt niet voor de kosten van 40 kilometer snelweg een hoeksteen van onze gemeenschap slopen. De dienstplicht behoort tot de grondslagen van onze samenleving.”
Sindsdien hebben vele CDU/CSU-aanhangers Ramsauer nagesproken: de dienstplicht als hoeksteen. Uit het hele land kwamen reacties van grote en kleine christendemocraten die de (sinds deze zomer nog maar) zes maanden uniform beschouwen als behorend tot de „kernwaarde van de CDU/CSU.”
En Merkel dan? Die had Guttenberg toch de indruk gegeven dat hij zijn gezicht niet zou verliezen? De kanselier volgde haar gebruikelijke strategie, en dat is afwachten en niet tegen de heersende mening ingaan. „We kunnen de dienstplicht ook niet op een zondagnamiddag afschaffen”, zo zou ze de discussie hebben afgesloten. Guttenberg voelde zich „gegriefd”, aldus Der Spiegel.
De minister heeft het daar echter niet bij gelaten. De publieke discussie over de toekomst van de militaire dienstplicht is sindsdien in volle hevigheid losgebarsten.
Anders dan begin jaren negentig in Nederland is dit vraagstuk voor Duitsers niet alleen praktisch van aard. Toen de West-Duitse Bondsrepubliek er in de Koude Oorlog van overtuigd raakte dat herbewapening nodig was, koos men bewust voor „de burger in uniform.” Deze zou moeten voorkomen dat het land opnieuw een dictatuur zou worden. Gewetensbezwaarden –onder wie veel orthodoxe christenen– konden een vervangende dienstplicht doen.
Toen na de val van de Muur de meeste Europese landen overstapten op een beroepsleger, verkortte Duitsland alleen de diensttijd van achttien tot negen maanden.
Inmiddels is de Bundeswehr de derde troepenleverancier in Afghanistan. Daar kunnen geen dienstplichtigen naartoe. Het is duidelijk dat dit soort operaties de komende jaren voor de NAVO-bondgenoten veel gebruikelijker worden. Maar wat heeft men dan nog aan dienstplichtigen als je die toch thuis moet laten, zo vraagt minister Zu Guttenberg. Hij denkt aan een afslanking van de Bundeswehr van 250.000 naar 150.000 man.
Maar zijn partij denkt anders. Sowieso wordt de helft van de vrijwilligers geworven onder dienstplichtigen. Bovendien heeft Duitsland met een klein leger in crisissituaties geen mogelijkheid meer om snel uit te breiden, zo stelde onlangs voormalig defensieminister Rühe. Met de inkorting van de dienstperiode tot zes maanden had de regering volgens Rühe de dienstplicht „richting zinloosheid afgebroken.”
Met de militaire dienstplicht zou ook de vervangende dienstplicht van jaarlijks 90.000 jongeren wegvallen (tegenover 70.000 die daadwerkelijk onder de wapenen gaan). Veel sociaal en diaconaal werk drijft op de gewetensbezwaren tegen het leger.
Guttenberg komt volgende maand met een definitief voorstel. Deze week bleek uit een peiling dat nog slechts een op de drie Duitsers de dienstplicht verdedigt, tegen een veel hoger percentage in het verleden. Zelfs onder CDU/CSU-stemmers is 58 procent voor de afschaffing van de dienstplicht. Dit kan dus nog een interessant debat worden.