Dat zegt adolescentiepsycholoog Loes Keijsers van de Universiteit Utrecht, die volgende maand promoveert op het onderzoek Does your mother know? Keijsers volgde 309 families met kinderen in de leeftijd van 13 tot 16 jaar vier jaar lang. Ze zag dat een slechte relatie tussen ouders en hun zoon of dochter van 13 jaar geregeld leidt tot delinquent gedrag, als het kind wat ouder is. Overigens doet meer dan 60 procent van alle pubers wel eens iets crimineels, maar het blijft meestal beperkt tot een vuurtje stoken of het aanbrengen van graffiti.

Op zich is het volgens de psycholoog heel normaal dat de relatie tussen ouders en hun pubers verandert. Jongeren houden meer dingen geheim en ouders moeten leren de teugels een beetje te laten vieren. Maar als kinderen erg veel geheim gaan houden en ook niet uit zichzelf iets vertellen, is het voor ouders tijd extra goed op te letten, aldus Keijsers. Veel en serieuze geheimen bij jonge pubers is een voorbode van mogelijk delinquent gedrag.

Ouders moeten geen vertrouwelijkheid opeisen, adviseert de psycholoog, want dat werkt averechts. De puber ervaart dat als bovenmatige controle. Beter is het ongezochte gelegenheden te benutten voor een gesprek. „Ga eens samen winkelen of eten”, noemt ze als voorbeeld. Maar ook dan moeten ouders oppassen dat ze de privacy van hun kind niet schenden, terwijl ze toch gemeende interesse tonen.