Opinie

Toga

Ik vind het heel erg dat er in de krant (RD 30-7) een column heeft gestaan over de toga van dr. W. J. Op ’t Hof. Het slaat werkelijk nergens op. Door die professor wordt het dragen van ambtskleding, al of niet met baret, op een zeer kinderachtige en God-onterende wijze bespottelijk gemaakt. Is een dergelijk stukje tot meerdere eer en glorie van onze God en Zaligmaker? De schrijver van deze column bevuilt zijn eigen nest, heeft gelovigen beledigd en trapt op het hart van menig dienaar van het Woord.

11 August 2010 08:29Gewijzigd op 14 November 2020 11:25

J. Altena
Roebol 27
8281 LK Genemuiden


Toga (II)

Dr. Op ’t Hof (RD 30-7) meent dat het dragen van een toga door predikanten voortkomt uit hoogmoed. Helaas ontkomt hij daarbij niet aan het belachelijk maken van een groot deel van zijn collega’s. Hier geldt: „Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt” (Matt. 7:1). Het dragen van een jacquet is nog altijd welkom op de dansvloer en ook in een preekjas kan men naast zijn schoenen lopen. Alles is nu eenmaal betrekkelijk. Daarbij komt dat de toga van deze kledingstukken de oudste papieren heeft. Reeds Luther en Calvijn droegen de toga. En niet te vergeten de mannen van de Nadere Reformatie ofwel de ”oude schrijvers”. Laten we elkaar zelfs op dit punt niet de maat gaan nemen. Graag wat meer stijl.

Dr. C. A. van der Sluijs
Jac. P. Thijsselaan 86
3903 EE Veenendaal


Toga (III)

Ik vind het volstrekt onbegrijpelijk dat een artikel is geplaatst (RD 30-7) waarin hervormde dominees die een toga dragen in de erediensten, hoogmoedigheid wordt verweten en waarin met een spotrede de toga bespottelijk wordt gemaakt. De auteur van het verhaal, dr. W. J. Op ’t Hof, probeert in zijn artikel de traditionele hervormd-gereformeerde medebroeders ongevraagd zijn mening op te dringen, onder andere over het dooplidmaatschap, geboortelidmaatschap en de toga. Ik dacht dat de taak van deze hoogleraar van onze Hersteld Hervormde Kerk op een meer godsdienstig vlak lag. Dat hij het dragen van een toga verafschuwt, houdt nog niet in dat hij de dragers ervan op zijn eigen wijze aan spot mag blootstellen. En wat is het nut van dit verhaal? Ik kan er geen gegronde redenen bij bedenken, of het moest zijn dat hij zichzelf wil profileren als een eenvoudige herder en leraar (ook dit kan hoogmoed zijn), of zit er toch nog een ander addertje onder het gras? Want wie zit er nu op dit verhaal te wachtten, juist op het moment dat er gestreefd wordt naar eenheid in de HHK?

Het geschreven artikel past uitstekend bij onze tegenwoordige tijd, waarin alle oude waarden opgeruimd moeten worden om plaats te maken voor eigen meningen en uitlatingen. Wat mij echter bovenal verontrust, is dat de stelling van ds. Op ’t Hof overgebracht wordt op zijn studenten en collega’s. Ik heb reeds gesignaleerd dat meerdere mededocenten en predikanten zijn gewoonte gaan overnemen. Gelukkig zijn er ook enkele pas bevestigde dominees in de HHK op de kansel verschenen in hun nieuw aangeschafte gewaad.

D. Tukkers
Veeneslagen 2
7462 ZA Rijssen

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer