„Onderzoekers islam steeds terughoudender”
ZEIST – Onderzoekers die zich bezighouden met de geschiedenis van de islam of de Koran durven hun bevindingen „in toenemende mate” niet meer te publiceren onder eigen naam.
Steeds vaker komt het voor dat „bepaalde kritische islamologen” onder pseudoniem publiceren, omdat ze anders gevaar lopen voor hun leven, zo zei emeritus hoogleraar prof. dr. P. W. van der Horst gistermiddag in het radioprogramma Villa VPRO. „Dit is een trend die ik uitermate zorgwekkend vind. Onlangs hoorde ik een islamoloog zeggen: Je bedenkt op dit moment wel tien keer wat je gaat zeggen.”
In het radioprogramma blikte Van der Horst terug op de gebeurtenissen in 2006, toen de Universiteit Utrecht hem dwong enkele passages met betrekking tot de islam in zijn afscheidsrede over ”De mythe van het joodse kannibalisme” aan te passen. Deze inbreuk op de zogenoemde academische vrijheid riep destijds veel verzet op. Volgens Van der Horst –die overigens benadrukte dat zijn leven op geen enkele wijze gevaar heeft gelopen– heeft de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) inmiddels protocollen opgesteld om situaties als deze te voorkomen.
De emeritus hoogleraar constateerde gisteren verder dat „het motief van de jood als kannibaal in de islamitische wereld bloeit als nooit tevoren. In die zin heeft de tijd mij alleen maar meer en meer gelijk gegeven.”
Volgens Van der Horst zijn er meerdere pogingen ondernomen om „tot een bepaalde verzoening te komen tussen mij en de rector en anderen” van de Utrechtse Universiteit. „Maar die worden afgewezen, radicaal afgewezen. Naar buiten toe houdt men vol: Wij hebben het juiste spel gespeeld.”