NPV: Palliatieve zorg anders organiseren
VEENENDAAL – Artsen trainen in het voorkomen van onnodige ziekenhuisopnames van terminale patiënten kan een miljoenenbesparing opleveren in de gezondheidszorg.
Dat bedrag kan vervolgens worden gebruikt om de palliatieve zorg bij patiënten thuis en in hospices te versterken, zodat de kwaliteit van de zorg rond het levenseinde wordt vergroot.
Dat schreven de Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV) en het Lindeboom Instituut vrijdag in een brief aan de informateur.
Jaarlijks overlijden in Nederland ruim 43.000 mensen in ziekenhuizen, terwijl er verspreid over 16 ziekenhuizen slechts 49 bedden zijn waar gespecialiseerde palliatieve zorg wordt geboden. Driekwart van de Nederlanders overlijdt bovendien bij voorkeur niet in een ziekenhuis, maar thuis.
Beide organisaties pleiten voor een eerlijke beeldvorming rond ethische onderwerpen als abortus. Het totaalaantal abortussen in Nederland schommelde de laatste jaren constant rond de 33.000, maar afgemeten aan het aantal zwangerschappen stijgt het relatieve aantal abortussen fors. Die stijging blijft vaak onderbelicht, constateren ze.
De twee organisaties betreuren het dat de zogeheten integrale bekostiging, ondanks tal van goede voornemens, in Nederland maar mondjesmaat van de grond is gekomen. Daarbij regelt een hoofdaannemer, bijvoorbeeld een gezondheidscentrum, voor een vaste prijs de complete zorg voor groepen patiënten of zelfs een hele regio tegen zo laag mogelijke kosten en zo hoog mogelijke kwaliteit.
„Zorgverzekeraars blijken integrale bekostiging van ketenzorg niet aan te durven, omdat zij de kwaliteit van zorg naar hun oordeel onvoldoende kunnen inschatten. Maar bij de introductie van het nieuwe zorgstelsel kregen juist zij deze rol toebedeeld”, aldus de twee instanties.