CDA verdeeld over kabinet met PVV
DEN HAAG – De mogelijke gedoogsteun van de PVV aan een minderheidskabinet van VVD en CDA vormt een splijtzwam binnen de christendemocratie. De progressieven zien er niets in, de conservatieven zijn positief.
In de seculiere media komen vooral de tegenstanders van samenwerking met de PVV aan het woord. CDA-baronnen uit Limburg en Noord-Brabant, maar ook andere prominenten roeren zich.
Oud-fractievoorzitter en oud-minister De Vries zou het lidmaatschap van de partij willen opzeggen. En volgens „welingelichte bronnen” zouden enkele andere oud-bewindslieden, zoals Van den Broek, Bot en Braks, vorige week op het CDA-partijbureau coalitiesamenwerking met Wilders „onaanvaardbaar” hebben genoemd.
Oud-CDA-Kamerlid Aantjes stelt dat het CDA in ontbinding is. Het CDA zet de steun van kiezers in het noorden op het spel door in een coalitie te stappen die steunt op de PVV, aldus Aantjes bij BNR Nieuwsradio. In het zuiden van het land heeft de achterban de partij al de rug toegekeerd. De voormalige fractievoorzitter noemt de deelname aan een kabinet met de VVD met gedoogsteun van de partij van Wilders „dramatisch.”
Maar er zijn ook andere geluiden. Oud-minister Ruding van Financiën zegt dat het voor de economie beter is om over rechts te gaan regeren. Hij zou het liefst een middenkabinet van VVD, CDA en PvdA zien. Een minderheidskabinet met PVV-gedoogsteun kan hij billijken, zij het met tegenzin.
Veel positiever is oud-CDA-Kamerlid Bilder. Hij is „ontstemd” over prominenten die de onderhandelaars voor de voeten lopen. „Er moet zo snel mogelijk een kabinet komen. De staatsschuld loopt elke dag met tientallen miljoenen euro’s op.”
Tegen samenwerking met de PVV heeft hij geen principiële bezwaren: „Regeren doe je altijd met partijen met wie je het niet eens bent. PVV is niet de personificatie van het kwaad. Er zijn andere partijen bij wie het CDA net zo ver vandaan staat als de PVV, bijvoorbeeld D66. Wat deze libertijnse partij wil op het gebied van homo-emancipatie en medische ethiek staat haaks op hetgeen het CDA wil.”
Daarmee omarmt Bilder niet kritiekloos de PVV. „De partij respecteert de grenzen van de godsdienstvrijheid onvoldoende, maar daarmee is niet gezegd dat je met deze partij niet kunt regeren. De partij verwoordt het brede onbehagen dat in de samenleving aanwezig is. Dat moet je serieus nemen.”
Oud-CDA-Kamerlid Hillen is ronduit positief. Hij vindt het „om democratische redenen” terecht dat Wilders wordt gevraagd. „De PVV moet dan kleur bekennen. De partij mag niet alleen vanaf de zijlijn blijven roepen, maar moet met de beide benen in de modder staan.”
Inhoudelijk is Hillen het op veel punten niet eens met de PVV, maar dat de partij van Wildes niet democratisch zou zijn, is volgens de oud-politicus slechts ten dele waar. „Wilders gedraagt zich in het parlement volgens de democratisch afgesproken regels. Dat zijn partij niet democratisch is georganiseerd, klopt wel, maar ik vraag me af in hoeverre de andere politieke partijen wel democratisch zijn gelegitimeerd. Zij hebben te maken met een afkalvend ledenbestand. Slechts een enkel procent van de bevolking is lid van een politieke partij.”
Hillen kan de kritiek van oud-CDA-prominent Aantjes niet meer horen: „Hij is geen CDA’er meer omdat hij tijdens de laatste verkiezing op de ChristenUnie heeft gestemd. Hij moet zich niet bemoeien met het interne proces van anderen.”
Over de vraag of een minderheidskabinet met de PVV wel stabiel genoeg is en de rit zal uitzitten, maakt Hillen zich weinig zorgen: „De geschiedenis leert dat kabinetten van wie je het niet verwacht, hun zittingsperiode volmaken. Het omgekeerde is ook het geval. De vorige coalitie van CDA en PvdA en ChristenUnie was een kabinet volgens de boekjes, alles klopte. Toch zat het de rit niet uit. Elk kabinet moet zichzelf waarmaken. Resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst.”