„Alle sterren ontstaan uit wolk van stof en gas”
Een internationaal team van de Europese Zuidelijke Sterrenwacht ESO stelt dat alle sterren op dezelfde manier ontstaan, namelijk uit een wolk van stof en gas. Ze baseren zich daarvoor op waarnemingen aan het hemellichaam IRAS 13481-6124 op 10.000 lichtjaar afstand dat naar hun mening een jonge, zich vormende ster is. Het object is ‘nog’ omgeven door kosmisch stof. Dat stelden de ESO-astronomen afgelopen maand in het tijdschrift Nature.
„Onze observaties laten een schijf zien rond een kosmisch embryo, een jonge megaster, die nu volledig is gevormd”, aldus onderzoeksleider Stefan Kraus. „Onze baby is tevoorschijn gekropen.”
Astronomen vermoeden dat sterren ontstaan door spontane samentrekking van kosmisch stof, volgens de ”nevelhypothese”. De argumenten daarvoor zijn de aanwezigheid van stof rond een voorloper, een protoster, en het feit dat de ster veel plasma uitstoot.
Volgens Donald B. DeYoung, kernfysicus en creationist, wijzen deze feiten eerder op een stervende ster die het einde van zijn cyclus nadert. „Als een ster zijn nucleaire brandstof heeft opgebruikt, koelt de kern af en stort hij gedeeltelijk ineen. Vervolgens leeft de ster op, omdat deze tijdelijk helium omzet in zwaardere elementen, waarbij deze plasmastralen uitstoot. Ten slotte stort hij definitief in elkaar.”
