AID controleert extra op ophokken
De Algemene Inspectiedienst AID van het ministerie van Landbouw gaat dinsdag en woensdag extra controles uitvoeren om te zien wie nog pluimvee buiten heeft lopen. Er zouden in de toezichtsgebieden voor de vogelpest nog te veel kippen en andere pluimveesoorten buiten rond lopen, zo meldde de AID maandag.
Rond de toezichtsgebieden Gelderse Vallei - Beneden-Leeuwen en Nederweert zijn zogeheten ophokgebieden ingesteld. Daarbinnen is het, net als in de toezichtsgebieden zelf, verplicht vogelpest-gevoelige dieren ’op te hokken’, oftewel binnen te houden in stal of hok.
Zo’n hok moet ook nog aan bepaalde eisen voldoen. Er moet minstens een dak of afdekking op het hok aanwezig zijn en het gaas moet voldoende fijnmazig zijn om contact met vogels van buiten te voorkomen.
Vooral particulieren blijken vaak nog hobbypluimvee buiten te laten. „De ziekte maakt geen onderscheid tussen hobbymatig of bedrijfsmatig gehouden vogels”, zegt een woordvoerder van de AID maandag. Als de AID zo’n hobbyist betrapt op loslopend pluimvee, mag die een boete van 990 euro per overtreding betalen.
Het grootste deel van de processen-verbaal die de AID sinds de uitbraak uitschreef, heeft te maken met niet opgehokt houden van vogelpestgevoelige dieren. Onder de gevoelige dieren vallen niet alleen kippen, kalkoenen, eenden en ganzen, maar ook bijvoorbeeld, parelhoenders, kwartels, fazanten, patrijzen, pauwen, zwanen, struisvogels, emoes en nandoes.