Reden was dat de fractievoorzitters op dat moment geen ruimte zagen voor onderzoek naar iets anders dan een politieke samenwerking tussen VVD, PVV en CDA, terwijl zijn opdracht „juist was verschillende mogelijkheden naast elkaar te zetten”. Bovendien was duidelijk dat VVD, PVV en CDA ook wilden kijken naar de gedoogvariant. „Er waren dus redenen de opdracht terug te geven.”

Maar Lubbers zag dat er „een breed verlangen” was hoe dan ook een combinatie van VVD, PVV en CDA te onderzoeken „De vrijdagochtend erna heb ik, alles afwegende, besloten de politieke samenwerking tussen VVD, PVV en CDA te laten onderzoeken, maar het daarop gerichte overleg van de drie fractievoorzitters niet zelf voor te zullen zitten.”

Dat onderzoek bracht nogal wat politieke deining teweeg. Lubbers stuurde hierover een persverklaring uit, op het moment dat hij nog met meerdere fractievoorzitters moest spreken. „Ik deed zulks op dat moment omdat anders in de media verwarring en speculaties zouden kunnen ontstaan”, verklaart hij in zijn verslag.

„De daarna volgende gesprekken met de overige fractievoorzitters kregen daardoor wel een ander karakter. Zij werden gevoerd gegeven mijn besluit hoe verder te gaan. Ik was en ben mij ervan bewust dat hierdoor het terugvallen op (…) de mogelijkheid mijn opdracht terug te geven, niet langer mogelijk was. Daarvoor was echter ook geen reden meer.”