Dat de internationale gemeenschap, „waartoe Pakistan behoort”, aan de verliezende hand zou zijn, komt volgens Zardari „vooral omdat we de strijd om het hart en het hoofd van de bevolking hebben verloren”. Zardari stelt dat de coalitietroepen van de NAVO en de Verenigde Staten „de situatie op de grond” in Afghanistan hebben onderschat. Volgens Zardari verstevigen de Taliban hun greep op het Centraal-Aziatische land.

Zardari bekritiseerde verder „bepaalde personen” die de Pakistaanse pogingen om de radicaalislamitische militanten te bestrijden in twijfel trekken. Hij verwees daarmee onder meer naar uitlatingen vorige week van de Britse premier David Cameron in India, die suggereerde dat Pakistan terreur exporteert.

Zardari vertrekt dinsdag naar Groot-Brittannië, waar hij vrijdag met Cameron zal spreken. Zardari verklaarde de beschuldigingen van de Britse premier krachtig te zullen weerleggen. Cameron herhaalde dinsdag dat hij achter zijn eerdere uitlatingen staat. Hij riep Pakistan opnieuw op „de export van terreur niet te promoten”.

Zardari krijgt in eigen land zware kritiek te verduren voor het feit dat hij in het buitenland verblijft tijdens het noodweer, dat inmiddels ongeveer 1500 levens heeft geëist. Twee Britse politici die familiebanden hebben met Pakistan, weigeren Zardari te ontmoeten omdat zij vinden dat het staatshoofd in Pakistan moet zijn om mensen in nood te helpen.