Eneco pleit voor uitstel vrije energiemarkt
Eneco wil dat de laatste fase van de liberalisering van de energiemarkt in Nederland wordt uitgesteld. Dit om het risico van administratieve chaos zoveel mogelijk uit te sluiten.
Bestuursvoorzitter R. Blom van het energiebedrijf noemde uitstel met een half jaar tot een jaar verstandig. „Als je het doet, moet je zeker weten dat het goed gaat”, zei hij maandag bij de presentatie van de jaarcijfers over 2002.
Volgens de huidige plannen kunnen per 1 januari 2004 zeven miljoen huishoudens hun eigen gas- en stroomleverancier kiezen. Het is het sluitstuk van de liberalisering van de energiemarkt. In opdracht van het ministerie van Economische Zaken onderzoekt een commissie onder leiding van oud-staatssecretaris Van Rooy of die eerder vastgestelde datum wel haalbaar is.
De voorlaatste stap was het vrijgeven van de markt voor middelgrote bedrijven. Dat is niet soepel verlopen. Veel bedrijven die zijn veranderd van energieleverancier, wachten nog altijd op een correcte rekening.
Ook Eneco, het op twee na grootste bedrijf in deze sector, werd geconfronteerd met dit soort problemen. Volgens Blom zijn deze problemen inmiddels „in belangrijke mate” verholpen.
Met de ervaringen met het vrijgeven van de midzakelijke markt „in het achterhoofd” pleit Blom echter nu voor uitstel van de laatste fase. Die operatie is volgens de Eneco-topman veel complexer omdat „het veld veel groter is en meer spelers zijn” dan bij de voorlaatste stap.
Hij benadrukte dat als de overheid toch vasthoudt aan de oorspronkelijke datum Eneco, ook met de per 1 januari 2003 overgenomen Utrechtse branchegenoot Remu in de gelederen, er klaar voor is. Blom zei erop te vertrouwen dat dit ook geldt voor de twee andere grote spelers, Essent en Nuon. Maar ook die bedrijven zijn volgens hem verwikkeld in „een race tegen de klok” om de zaak tijdig op orde te hebben. Kleinere spelers zouden daarentegen al hebben laten weten veel moeite te hebben met 1 januari 2004.
Blom zei, zonder „zwarte pieten” te willen uitdelen, dat een deel van de problemen bij de voorlaatste stap van de liberalisering ontstonden doordat klanten ook hun eigen meterleverancier konden kiezen. De uitwisseling van meetgegevens tussen de verschillende partijen verliep moeizaam. De vereniging van energiebedrijven, EnergieNed, pleitte er al eerder voor om de ’metermarkt’ voor kleinverbruikers voorlopig dicht te houden.
Het grootste gevaar van een eventueel chaotisch verloop van de liberalisering van de energiemarkt is volgens de financiële man van Eneco, J. van Dongen, dat bedrijven in de moeilijkheden komen omdat er onvoldoende geld binnenkomt. „Het licht blijft gewoon branden”, verzekerde hij.
Eneco (gas, stroom en warmte-energie) sloot het vorig jaar af met een nettowinst van 157 miljoen euro, 45 miljoen euro minder dan een jaar eerder. De winstdaling is vooral veroorzaakt door de vennootschapsbelasting (42 miljoen euro) die Eneco net als andere energiebedrijven voor het eerst moest betalen. Het resultaat werd verder gedrukt door hogere rentelasten. De omzet daalde licht van, van 2,04 miljard naar 1,99 miljard euro.
Met Remu in de gelederen, dat vanaf 1 januari 2003 volledig gaat meetellen in de cijfers, komt de omzet van Eneco op 3 miljard euro. De combinatie telt samen twee miljoen klanten en het marktaandeel in Nederland komt daarmee op 26,8 procent. Eneco, met de gemeenten Rotterdam, Den Haag en Dordrecht als grootste aandeelhouders, doet geen prognose voor 2003. Het bedrijf ziet hier vanaf, onder andere omdat de kosten die moet worden gemaakt als gevolg van de liberalisering moeilijk valt in te schatten.