Mazrat Abdullah, een universiteitsstudente in Dubai, vindt de gebeurtenissen van de laatste dagen bijzonder ontmoedigend. Zij vraagt zich af: „Waar zijn de veelbesproken Republikeinse Garde en de Fedayeen? Waar is het beloofde verzet? Is dit bevrijding? Nu de Verenigde Staten een zo gemakkelijke overwinning hebben gehaald, zullen ze het hier niet bij laten. Dit is het begin van een nieuw koloniaal tijdperk.” Mohammed Qattan, een andere student, twijfelt. „Hoe kunnen wij weten of wat er in Irak is gebeurd juist of verkeerd is? We zijn verontwaardigd dat Amerikaanse troepen Bagdad hebben ingenomen en het regime omvergeworpen hebben, maar op televisie zien we hoe de Irakezen hun vreugde uiten en standbeelden van Saddam vernielen.”

De Iraakse ingenieur Ahmed Ghalib die in de Verenigde Arabische Emiraten woont, is blij met de veranderingen. „Alleen wie de beproevingen onder Saddam heeft gekend, weet wat het betekent dat hij nu weg is. Het zou beter zijn indien dit had gekund zonder tussenkomst van de VS, maar nu is de oorlog tenminste voorbij en zullen verdere onschuldige burgers worden gespaard.” Abdulkhaliq Abdulla, universiteitsprofessor in de Emiraten, ziet het zo: „Waarom moeten de Arabieren het gevoel hebben dat ze de oorlog hebben verloren? Zij hebben niet om deze oorlog gevraagd. Saddam was degene die de crisis heeft uitgelokt.”

Volgens hem zal er een tijd een gevoel van gelatenheid en teleurstelling heersen, „maar de mensen moeten beseffen dat in Bagdad een overwinning is behaald op de onderdrukking door de Ba’ath-partij, die niet eens in staat was het land langer dan enkele weken te verdedigen en de hoofdstad niet langer dan 48 uur.”

In Koeweit is de stemming anders. Koeweit is het enige land in de regio dat echt in de vuurlijn van Irak lag. De Koeweiti’s zijn blij dat de Irakezen nu eindelijk bevrijd zijn. Het land heeft veel kritiek gekregen in de Arabische wereld omdat het als enige in de regio openlijk de invasie onder leiding van de Amerikanen heeft gesteund. „De gebeurtenissen van woensdag kondigen voor het eerst in tien jaar vrede aan. Nu we zo ver zijn, moeten we proberen onze krijgsgevangenen terug te krijgen”, stelt de Koeweitse politiek analist Ali Jaber al-Sabah. Sinds de Golfoorlog van 1991 zijn meer dan 600 Koeweiti’s vermist.

De Koeweitse zakenman Khalid al-Hiji beschrijft de algemene stemming in zijn land als blij en opgelucht. „Het is wel jammer dat onze veiligheid het leven heeft gekost aan bijna 5000 Irakezen. Maar nu is er nog weinig kans op Scud-raketten en de economie zal aantrekken.” Toch is hij ook voorzichtig. „Er bestaat een gevoel van onbehagen omdat er zo een grote Amerikaanse troepenmacht in de regio aanwezig is, die blijkbaar nog lang zal blijven.”

Terwijl de bevolking van de Golfregio met ongeloof reageert op de snelle veranderingen en zich afvraagt of die wel zullen leiden tot positieve ontwikkelingen, hebben de regeringen uit de regio een oproep gelanceerd om samen te proberen een naoorlogs bestuur te verzekeren dat het vertrouwen van de Irakezen zal genieten.

Saudi-Arabië heeft al laten weten dat de Irakezen hun eigen regering moeten kunnen kiezen en dat er zo snel mogelijk een einde moet komen aan de Amerikaans-Britse bezetting. De Saudische minister van Buitenlandse Zaken, Prins Saud al Faisal, stelt: „De regering in Bagdad waar wij mee zullen onderhandelen, moet gekozen zijn door het Iraakse volk. We zullen aanvaarden wat het Iraakse volk beslist.” Daarmee geeft hij duidelijk aan dat een militair of burgerbewind onder leiding van de VS niet welkom is.

De Koeweitse regering heeft meegedeeld dat ze zich niet zal haasten om nieuwe relaties aan te knopen met een volgende regering in Irak en dat elke nieuwe regering haar goede intenties tegenover de Koeweiti’s moet tonen. De Koeweitse minister van Buitenlandse Zaken, Sabah al-Ahmad al-Sabah, heeft de Irakezen gefeliciteerd met hun ”bevrijding”. In een mededeling aan het Koeweitse Nieuwsagentschap zei hij: „Het broedervolk van Irak heeft jarenlang geleden onder verscheidene oorlogen. Het heeft het recht om nu vrede te kennen en te genieten van de welvaart die het is ontnomen.”

Een redactioneel in de Saudische krant ”Arab News” geeft aan hoe de zaken kunnen verlopen: „Het is niet waarschijnlijk dat het Iraakse volk, na de val van deze dictator, een militaire bezetting zal aanvaarden. Deze week hebben de Irakezen terecht feest gevierd, en ook wij zijn blij om hun pas verworven vrijheid. Maar nu bestaat de uitdaging voor hen -en voor ons- erin de rijkdommen van het land niet te laten stelen door de veroveraars. Precies uit vrees voor die plundering was de meerderheid van de wereld tegen de invasie en om dezelfde reden zal ook geen enkele bezetting of economische uitbuiting worden aanvaard.”