Emmaüscursus biedt vervolg geloofscursus
Zolang cursussen om zich in het christelijk geloof te oriënteren bestaan, is er vraag naar vervolgmateriaal.
Een van initiatieven is de Emmaüscursus, uit het Engels bewerkt door de Inwendige Zendingsbond (IZB) van de Nederlandse Hervormde Kerk en de deputaatschappen voor evangelisatie van de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt. Zaterdag organiseerden zij een startconferentie.
Dagvoorzitter Bert den Hertog van de IZB benadrukte dat het niet mogelijk was het missionaire ei van Columbus te leveren. „Het Emmaüsmateriaal is geen garantie voor succes. Het is niet in elke situatie toepasbaar en evenmin voor iedereen geschikt.” Door middel van lezingen en workshops maakten de organisatoren de voor- en nadelen van de cursus duidelijk.
Het concept achter de Emmaüscursus is dat geloven een ”weg” is. Dr. Stefan Paas, evangelisatieconsulent van de Christelijke Gereformeerde Kerken, stelde dat deze overtuiging stoelt op onderzoeksfeiten. „Het overgrote deel van de mensen komt tot geloof via contacten met gewone christenen. Bovendien komen de meeste mensen tot geloof via een proces. Gemiddeld kost het zo’n vier jaar van het eerste contact tot het kerklidmaatschap. Het vraagt geduld en tijd om het kennistekort ten aanzien van geloof en kerk aan te vullen, bovenal vertrouwen in de Heilige Geest. Gemeenten die met de Emmaüscursus willen werken, zullen geduld moeten hebben met de weg die mensen gaan. Jezus liep aanvankelijk met de Emmaüsgangers de verkeerde richting op. Hun inzicht groeide onderweg. Nadat Hij Zich openbaarde, kreeg hun leven een nieuwe richting.”
Omdat het een gegeven is dat mensen, die belangstelling ontwikkelen voor het christelijk geloof, vaak moeilijk thuisraken in de kerk, wil de Emmaüscursus gelegenheid geven verder te groeien in kringen binnen kerken. „Wie mensen wil ontvangen, zal gastvrij moeten zijn. Daar zul je je huis op moeten inrichten. Evangelisatie gaat over bekering van mensen, maar ook van kerken.”
De Emmaüscursus sluit aan bij de praktijk van de vroege christelijke kerk. „Belangstellenden”, zo legde Paas uit, „werden door middel van een onderwijstraject ingewijd in het geloof en de gemeente. De Emmaüscursus grijpt daarop terug. Het materiaal helpt mensen stap voor stap verder. Iedere zoeker krijgt een mentor of metgezel, die meeloopt op de weg en bidt. Gemengde groepen van mensen met kerkelijke en onkerkelijke achtergrond zouden goed werken. Je kunt van elkaar leren en elkaar dienen. Op de weg achter Christus sta je op dezelfde hoogte, want aan de voet van het kruis is de grond vlak.”
Peter Wierenga, werkzaam bij de gereformeerd vrijgemaakte deputaten Toerusting Evangeliserende Gemeenten, deed uit de doeken hoe en waarvoor de cursus is te gebruiken. Na het leggen van contact zijn er verschillende instapmomenten. „Zestien lessen ”Op Weg” geven een introductie op het christelijk geloof. Wie verder wil, kan met ”Onderweg” drieënhalf jaar vooruit. Het zijn telkens korte modules met een diversiteit aan thema’s die niet iedereen verplicht allemaal hoeft te volgen. Let wel, ”Onderweg” gaat ervan uit dat de deelnemers geloven. Tussen ”Op Weg” en ”Onderweg” moet een ontmoeting met Jezus Christus hebben plaatsgehad.”
Ook kwam de vraag waarin de Emmaüscursus verschilt met de eveneens uit Engeland afkomstige Alphacursus. In een workshop over het cursusonderdeel ”Op Weg” werd gesteld dat dit onderdeel in principe uitwisselbaar is voor de Alphacursus, hoewel ze goed beide gebruikt kunnen worden.
Workshopleider Hans Theunisse uit hervormd Papendrecht, waar met de Emmaüscursus is geëxperimenteerd: „Werkt Alpha meer met een instructief deel waarna in groepen wordt doorgepraat, de Emmaüscursus is veel meer groepsgewijs opgezet. De deelnemers leren vooral door zelf te ontdekken. De directe omgang met de Bijbel speelt er een grotere rol in. In de Emmaüscursus wordt veel met elkaar gepraat en gedaan. Alpha is ook enigszins charismatisch gekleurd. Hoewel je bij het gebruik je eigen accenten kunt leggen, kan de inhoud een bezwaar zijn. De inhoud moet herkenbaar zijn voor de gemeente, anders wordt het cursuswerk niet gedragen.”
De teneur van de conferentie was dat de werkbaarheid van de Emmaüscursus staat of valt met de bereidheid om je leven te delen. In een workshop onder leiding van IZB-medewerker Johan Timmer kwam naar voren dat de intieme omgang met elkaar in kleine groepjes niet alleen niet iedereen aantrekt, maar dat dit bovendien grote verantwoordelijkheid legt bij de kringleiders. „Er wordt behoorlijk wat met inzichten uit de menswetenschappen zoals psychologie gewerkt. Dat is een trend in het materiaal. Als mensen veel over zichzelf moeten praten, kan dat ongewenst diep gaan. Als iemand opbiecht ooit misbruikt te zijn, kunnen anderen zich afvragen: Wat moet ik daarmee? Wil ik dat weten? De cursus is op het hart gericht, maar er moet verstandig mee omgegaan worden.”
Wierenga noemde als kringleiderskwaliteiten gezond verstand, vaardigheid, kennis en gevoel voor humor, alles gedragen door het gebed. De deelnemende organisaties zetten instructieavonden op.