Alleen bekering kan het oordeel afwenden
Ds. F. Mallan had gelijk dat Gods oordeel over Nederland zal komen, is de mening van Teun van der Weijden. Dat oordeel begint bij de kerk, en kan alleen worden afgewend als christenen zich verootmoedigen en bekeren.
Op 14 juli werd ds. F. Mallan, predikant van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, begraven. „Het oordeel dat hij over Nederland zag, hoefde hij zelf niet mee te maken”, zo werd op zijn begrafenis gezegd. Ik geloof ook dat God Nederland dreigt met oordelen te bezoeken. Rampen zullen er komen, tenzij er bekering komt.
Ds. Mallan werd begraven op een prachtige zonnige morgen. Diezelfde middag brak het noodweer over Nederland los. Ik zag er de hand van God in. In 2008 heb ik ds. Mallan nog persoonlijk bezocht en spraken we over de ernstige situatie van land en volk en Gods dreigende oordeel. Wat hoop ik nu? Dat we, in de eerste plaats als christenen, de waarschuwingen ter harte zullen nemen en ons zullen bekeren.
„Het is de tijd dat het oordeel begint bij het huis van God” (1 Petrus 4:17). Dit oordeel is al begonnen. De afschuwelijke verdeeldheid, liefdeloosheid en verwarring is een oordeel van God. Wij hebben –collectief– Gods Geest zeer bedroefd, hoewel nog niet uitgeblust. De Heere heeft over ons uitgegoten een geest van diepe slaap. Het is van belang dat dit tot ons doordringt.
Het is nodig dat wij de weg van verootmoediging, schuldbelijdenis en bekering zoeken, ongeacht de kerk of gemeente waartoe we behoren. Zeker, er gebeuren ook mooie en goede dingen. Toch kan Gods Geest niet krachtig doorbreken als wij niet tot boete, verzoening en bekering komen.
Jona kondigde in Ninevé het oordeel aan, maar de stad kwam tot inkeer en berouw. Dat kan ook in Nederland. Laat het bij de kinderen van God beginnen. Laten we onze strijdbijlen begraven, onze pretenties afleggen, allemaal een toontje lager zingen. Erkennen dat we, ook als gelovigen, kunnen dwalen. Laten we samen terugkeren naar God en ons door Zijn onfeilbaar Woord en Zijn Geest laten leiden. Ootmoedig buigen voor God en voor elkaar aan de voet van het kruis van Golgotha. In die weg alleen is er hoop en verandering te verwachten.
In Jeremia lezen we enerzijds dat God met Zijn oordelen dreigt. „Zou Ik hen om deze dingen niet bezoeken? spreekt de Heere; zou Mijn ziel Zich niet wreken aan zulk een volk, als dit is?” (Jeremia 9:9) Anderzijds lezen we in Jeremia 18:8 ook dat als een volk waarover God het oordeel heeft uitgesproken zich bekeert, God berouw zal hebben over het kwaad dat Hij dacht te doen. Dit is een hoopvol woord! Ons land dreigt ten onder te gaan in godsverlating, in bandeloosheid en gruwelijke zonde en ongerechtigheid op alle terreinen van het leven. Maar God is genadig, barmhartig en gaarne vergevend. Hij zal het oordeel afwenden als wij wederkeren tot Hem.
De auteur woont in Dordrecht.