Zorgen over lot krijgsgevangenen
Het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) is bezorgd over het lot van de zeven Amerikanen die door de Irakezen krijgsgevangen zijn gemaakt.
Sinds de instorting van het Iraakse regime zijn de personen met wie het ICRC onderhandelde om de krijgsgevangenen te kunnen bezoeken spoorloos verdwenen, heeft de organisatie vrijdag bekendgemaakt.
Nadat de zeven Amerikanen drie weken geleden in Iraakse handen vielen, heeft het ICRC geprobeerd in contact met hen te komen. Volgens de Conventies van Genève, die ook door Irak zijn ondertekend, moet het neutrale ICRC toegang krijgen tot krijgsgevangenen om te zien hoe zij eraan toe zijn en eventuele boodschappen van hen over te brengen aan hun verwanten.
„Op dit moment weten we niet wie ze vasthoudt”, zei ICRC-woordvoerder Florian Westphal over de Amerikanen, van wie de Irakezen vlak na hun gevangenneming beelden uitzonden. „De mensen met wie we spraken kunnen we nergens meer vinden. We weten niet waar ze zijn.”
Het ICRC benadrukte dat een land dat krijgsgevangenen heeft ervoor moet zorgen dat hun niets overkomt. „Wie ze vasthoudt is geheel verantwoordelijk voor hun welzijn en voor een behandeling in overeenstemming met de derde Conventie van Genève”, verklaarde Westphal.
„We zijn ons bewust van de impact die dit moet hebben op hun familie thuis”, zei de woordvoerder verder. „Terwijl ze op televisie beelden zien van feest en overwinning, weten ze nog steeds niet hoe het met hun vermiste dierbaren is.” Naast de zeven die officieel als krijgsgevangenen staan genoteerd, zijn elf Amerikaanse militairen als vermist opgegeven.