Woelmuis wil water
De Makkumerwaard is een eldorado voor de zeldzame noordse woelmuis, maar het beheer moet wel snel beter, vinden sommige deskundigen.
Jinze Noordijk en Theo de Jong, ecologen bij Bureau Virdis uit Culemborg, verdiepten zich in de Nederlandse ondersoort van de noordse woelmuis. De soort komt nogal talrijk voor op de Makkumer Noordwaard, vlak onder de Afsluitdijk bij Kornwerderzand. Maar als de Friese natuurvereniging It Fryske Gea het beheer niet snel gaat wijzigen, pikken andere muizen hun ruimte in, zo waarschuwden ze afgelopen voorjaar in het blad Zoogdier van de Zoogdiervereniging.
De commerciële rietteelt moet aangepakt worden en er moet voortaan cyclisch worden gemaaid om het knaagdier goed te beschermen. Het onnatuurlijke waterregime dat nu gehanteerd wordt, zorgt ervoor dat tot ver in de zomer periodiek een deel van de Noordwaard wordt bevloeid. Hierdoor gaan veel nesten van de noordse woelmuis verloren, aldus Noordijk en De Jong.
De in de winter vaak overstromende niet-bedijkte delen van de Noordwaard zijn ideaal voor de noordse woelmuis, zo bleek uit inventarisatieonderzoeken. In het rietland in deze gebieden, die verruigd zijn of wilgenopslag hebben, werden de meeste noordse woelmuizen gevangen.
Het voor bezoekers niet-bereikbare eiland de Noordwaard is vanaf de Afsluitdijk goed waar te nemen. Het ligt ten noorden van Makkum. Helemaal aan de noordkant liggen oude schelpenbanken, die herinneren aan de Zuiderzee. Ten zuiden van de Noordwaard ligt de vaarweg naar Makkum, het Makkumerdiep, en ten zuiden hiervan bevindt zich het recreatiegebied De Holle Poarte. Ten zuiden daarvan liggen de natuureilanden Zuidwaard en nog verder in zuidelijke richting de Kooiwaard.
Districtshoofd Hans Pietersma van It Fryske Gea weet van het onderzoek van Noordwijk en De Jong. Hij prijst hun werk. Theoretisch hebben ze ook helemaal gelijk. Maar de praktijk is weerbarstiger, legt hij uit. Bovendien heeft de beheerder niet alleen met de noordse woelmuis te maken, maar moet ook rekening houden met de roerdomp, het baardmannetje en nog heel wat andere bewoners van het natuureiland in het IJsselmeer voor de kust van Makkum.
En dan spelen er nog factoren een rol die It Fryske Gea niet in de hand heeft. Bijvoorbeeld het waterpeil van het IJsselmeer. Vroeger schommelde dat nog wel eens een beetje. Dan stroomde de Noordwaard bij een hoge waterstand onder water, tot grote vreugde van de noordse woelmuis. Andere muizensoorten, zoals de veld- en aardmuis, legden dan het loodje en zo had de noordse woelmuis het rijk weer alleen. Tegenwoordig gebeurt het nog zelden dat de Noordwaard onder water komt te staan. Vandaar dat de noordse woelmuis concurrentie naast zich moet dulden.
De noordse woelmuis staat hoog op de Rode Lijst van bedreigde diersoorten. Voor natuurbeschermers is het een soort otter. Pietersma zegt er ook veel aan te doen om de noordse woelmuis op de Makkumerwaard te behouden. Op de Zuidwaard en de Kooiwaard is dat moeilijker, omdat hier vanaf de wal de voedselconcurrenten van de noordse woelmuis gemakkelijk binnendringen. Op de Noordwaard heeft It Fryske Gea wat meer mogelijkheden, omdat dit een eiland is. „De woelmuis houdt van dynamiek. Een plotselinge waterverhoging vindt hij prachtig, maar dat gebeurt niet vaak meer. Een deel van de Noordwaard laten wij voor de rietteelt onder water lopen. In een ander deel hebben wij een gebied met bebossing en open ruimtes dat geschikt is voor de woelmuis”, verklaart Pietersma.
Bedreigd zoogdier
De noordse woelmuis dankt zijn naam aan zijn herkomst: Scandinavië. Voor de ijstijd vluchtte hij vandaar naar Nederland. Hij leeft vooral in moerasgebieden, maar komt op Texel ook op het land voor, omdat hij daar weinig concurrentie heeft van andere muizensoorten. Het voedsel van de noordse woelmuis bestaat voornamelijk uit rietspruiten, zegges en biezen. Soms eten ze ook wel insecten. In 1994 werd de noordse woelmuis opgenomen op de Rode Lijst van bedreigde zoogdieren. Natuurvereniging It Fryske Gea werkt aan een verbindingszone tussen de diverse leefgebieden in Friesland.