Middelbare scholieren leren beter door later op te staan
Op een middelbare school die ’s morgens niet al te vroeg begint, worden betere resultaten behaald. Dat blijkt uit onderzoek dat vorige week op de website van ontwikkelingspsychologe Rita Kohnstamm werd gepubliceerd.
Uit hersenonderzoek is duidelijk geworden dat het slaap-waakritme in de puberteit verschuift. De behoefte aan de hoeveelheid slaap blijft gemiddeld negen uur, maar ’s avonds begint de slaperigheid zo’n twee uur later en ’s morgens zijn pubers twee uur later pas uitgeslapen. Dat pleit voor andere schooltijden dan in het primair onderwijs.
Een middelbare school op het Amerikaanse Rhode Island nam de proef op de som en verschoof de aanvangstijd van acht uur naar halfnegen. Dat halfuur bleek al veel verschil te maken: de leerlingen waren de hele dag minder sloom, slaperig en lamlendig en konden zich beter concentreren. Het slaaptekort verminderde, ook al haalden ze ’s nachts de negen uur niet. Het aantal leerlingen dat minder dan zeven uur sliep ging met 80 procent omlaag. Het aantal dat acht uur slaap haalde, steeg van 16 naar ruim 50 procent. Het traditionele uitslapen in het weekend verminderde met gemiddeld drie kwartier. Dat overtuigde het schoolbestuur ervan dat de lestijden definitief verschoven dienden te worden. beeld RD