Commentaar: Bescheidenheid
De Oxford Research Group is eruit. Een Israëlische aanval op Iran zal Teheran er uiteindelijk niet van weerhouden nucleaire wapens te verwerven. Een dergelijke actie zal een langdurige oorlog ontketenen, waarvan de gevolgen overal ter wereld zullen worden gevoeld. En dus doet Jeruzalem er beter aan de militaire optie van tafel te halen, meent de Britse denktank in een gisteren gepubliceerd rapport.
En passant laten de opstellers van het rapport weten dat de wereld misschien maar gewoon rekening moet gaan houden met een Iran dat atoomwapens bezit. Op z’n best kan de internationale gemeenschap proberen een proces van regionale nucleaire ontwapening in te zetten.
Het mag duidelijk zijn wat de implicatie van die laatste suggestie is. Het enige andere land in het Midden-Oosten dat over kenwapens beschikt, is Israël. Teheran –en ook de Arabische wereld– schreeuwt al jarenlang moord en brand dat het Westen met twee maten meet als het om het recht op kernwapens gaat. Iran wordt met zware VN-sancties getroffen om zijn nucleaire ambities af te remmen, terwijl Israël de afgelopen decennia ongehinderd een fors kernwapenarsenaal heeft kunnen opbouwen.
En dus moet Israël zijn atoomwapens maar opgeven, omwille van de rechtsgelijkheid, die de internationale gemeenschap klaarblijkelijk zo hoog in het vaandel heeft staan.
Dat lijkt op het eerste gezicht natuurlijk een legitieme gedachte. De geschiedenis en de huidige situatie in het Midden-Oosten laten echter een volstrekt ander beeld zien. Al direct na het uitroepen van de staat Israël, in 1948, trokken de legers van vijf Arabische landen de piepjonge staat binnen – met de kennelijke bedoeling voor eens en voor altijd een einde aan de Joodse nationale aspiraties te maken. En steeds heeft Israël in zijn 61-jarige geschiedenis –letterlijk– voor zijn bestaan moeten vechten.
Nog altijd ziet Israël zich omringd met vijanden die officieel de vernietiging van de Joodse staat op het oog hebben. Het is voor Israël van levensbelang over een zodanige afschrikking te beschikken dat zijn vijanden het wel uit hun hoofd laten een aanval te beginnen. Voor Iran is die noodzaak van afschrikking in veel mindere mate aanwezig. In voormalig aartsvijand Irak is een sjiitisch regime aan de macht en via bewegingen als Hezbollah en Hamas heeft Teheran zijn invloed naar Libanon en de Palestijnse gebieden uitgebreid.
Los daarvan is er nog een juridisch verschil. Israël heeft nooit het non- proliferatieverdrag, gericht tegen de verspreiding van kernwapens, ondertekend. Iran heeft die overeenkomst wel goedgekeurd en zou dus met het produceren van kernwapens rechtstreeks het internationale recht schenden.
Niet dat Iran zich iets van het internationale recht aantrekt. Dat hebben de afgelopen jaren wel bewezen. Dan past bescheidenheid als het gaat om de wereld van een dubbele moraal te beschuldigen inzake de houding ten aanzien van Israëls kernwapens. En op bescheidenheid hebben we Iran –met president Ahmadinejad voorop– nog niet vaak kunnen betrappen.