Halfjaar cel voorwaardelijk voor zelfdodingconsulent
Zelfdodingsconsulent W.M. uit Drenthe is donderdag veroordeeld tot zes maanden voorwaardelijke celstraf met een proeftijd van twee jaar. Hij verleende een bejaarde vrouw hulp bij zelfdoding.
Er was voor de rechtbank een celstraf van driehonderd dagen geëist, waarvan 250 voorwaardelijk. M. gaat in hoger beroep.
De rechter stelde donderdag dat M. een actieve en sturende rol heeft gespeeld bij de dood van de vrouw. Zo heeft hij het elastiek pasklaar gemaakt waarmee de vrouw een plastic zak afsloot die ze over haar hoofd had getrokken. Daarmee heeft hij een grens overschreden. M. zegt dat hij slechts heeft voorgedaan hoe een elastiek beter rond de zak kon worden aangebracht. De rechtbank rekent het M. bovendien aan dat hij niet inziet dat hij fout zit. Wel erkende de rechter dat de man zonder eigenbelang heeft gehandeld. Met deze uitspraak is langverwachte jurisprudentie beschikbaar gekomen over de grenzen van hulp bij zelfdoding.
M. is een van de consulenten van Stichting De Einder, een landelijke instelling die mensen die zelfdoding overwegen, adviseert. De zaak draaide om de vraag of de man te ver is gegaan bij zijn assistentie bij de zelfverkozen dood van de 81-jarige vrouw. De consulent stelde dat slechts sprake is geweest van advies bij zelfdoding, het OM vond dat M. handelingen pleegde die verder gingen dan dat. Het geven van advies over zelfdoding is in Nederland legaal, medewerking echter niet.
De officier van justitie vond in zijn eis een voorwaardelijke straf met een proeftijd van twee jaar voldoende, onder meer omdat M. vorig jaar reeds vijftig dagen in de cel doorbracht. De officier stelde dat M. bij de zelfdoding van de vrouw onvoorzichtig en onzorgvuldig handelde.
De raadsman van de consulent, W. Anker, is ontevreden en zegt zonodig tot de Hoge Raad door te gaan met juridische procedures. De Einder kan volgens hem doorgaan met adviseren. Maar de grens tussen legaal moreel steunen en adviseren en illegaal helpen is volgens hem erg ruig getrokken door de rechter. „Zodra je actiever wordt, zit je fout. Dat gaat in tegen wat in het algemene spraakgebruik gezien wordt als hulp bij zelfdoding.
Een woordvoerder van Stichting De Einder is teleurgesteld. Hij verwijt de rechtbank dat niet gekeken zou zijn naar de gevolgen voor hulpzoekenden. Hij vreest dat van het vonnis een afschrikwekkende werking uitgaat omdat hulpzoekenden hierdoor het idee kunnen krijgen dat justitie de stichting in de gaten houdt.
De Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst (KNMG) is het eens met het vonnis: „Hulp bij zelfdoding en euthanasie is voorbehouden aan artsen”, stelt de organisatie. De KNMG benadrukt het grote belang van het toetsbaar zijn van het handelen van artsen. Dit is ook een belangrijk aspect in de huidige wettelijke regeling.